Wat Willeke Geerts allemaal heeft doorgemaakt

Het artikel in de Bredase Bode geeft maar een beperkt overzicht van wat Willeke allemaal heeft meegemaakt Daarom hier aanvullende informatie. Tekst en Foto: Joyce van Zijl-Lak.

Willeke Geerts (54) is bevelvoerder bij de vrijwillige brandweer in Ulvenhout. Soms kan de brandweer niet uitrukken omdat er te weinig mensen zijn. Willeke zet zich zo vaak mogelijk in, ook nadat haar dochter Dominique vijf jaar geleden omkwam bij een brand.

Willeke Geerts is bevlogen als ze over de brandweer praat. ‘Ik ben bij de brandweer gegaan omdat ik iets wil doen voor mensen en dieren in nood. Als kind was ik al gefascineerd door de brandweer. Dus toen onze kinderen wat groter waren heb ik me aangemeld, eerst in Chaam. Wat later vroegen ze me of ik ook in Ulvenhout wilde meedoen, ik woon precies tussen de twee posten in! Het is gewoon geweldig om te doen. Nooit saai, altijd in een team, met mensen waar je op kunt rekenen.

Na een jaar of vijf ben ik bevelvoerder geworden. Omdat wij een eigen tuinbouwbedrijf hebben ben ik best flexibel. Mijn man en kinderen weten al precies hoe het gaat als ze mijn pieper horen. Zelfs de hond, die altijd naast me is, gaat letterlijk een stapje achteruit!
Natuurlijk maken we heftige dingen mee. Daarom is het zo belangrijk dat je als team ook napraat na een inzet, je houdt elkaar ook daarna in de gaten. We zijn getraind om als team te werken; als eenling heb je hier niet zoveel te zoeken denk ik. Je moet er voor elkaar zijn en blind op elkaar kunnen vertrouwen, de veiligheid van je collega’s hangt ook van jouw acties af. Dat geeft een hele speciale band.’

Het vreselijke ongeluk van haar dochter Dominique komt ter sprake. ‘De auto waarin ze zat is vol geraakt door een ander die veel te hard reed. Hij is meteen in brand gevlogen, voor de deur van een restaurant waar een andere dochter van ons aan het werk was. Zij heeft eveneens geprobeerd te blussen maar er was geen beginnen aan.
Toen wij ter plaatse kwamen wist ik niet dat Dominique überhaupt in die auto kon zitten. Nadat de brand geblust was is de technische recherche aan de slag gegaan en zijn wij brandweerlieden teruggekeerd naar de kazerne. Daar hoorde ik dat Dominique en haar vriendin Laura in de auto zaten.
Wat ik echt vreselijk moeilijk heb gevonden is dat ik haar op dat moment niet heb herkend, ook al weet ik met mijn verstand dat dat helemaal niet meer mogelijk was. Daar heb ik lang last van gehad. Ik ben toen ook een tijdje buiten dienst geweest, je wereld stort volledig in, de grond zakt weg onder je voeten. Toch heb ik er geen seconde aan gedacht om bij de brandweer te stoppen. Ik heb ook zoveel lieve brieven en kaarten gekregen van brandweermensen uit het hele land, ongelofelijk.

Het is wel ontzettend zwaar geweest, het kon me allemaal niets meer schelen. Hoe troost je elkaar als je allemaal zo’n enorm verdriet hebt …
Tot ik op een nacht droomde van Dominique, die me zei dat het goed was waar ze was. En dat onze twee andere dochters mij heel hard nodig hadden. Dat was het moment waarop ik terug ben gaan vechten.
Ik ben naar Santiago gaan lopen, 2500 kilometer. Was ik altijd al ooit van plan, maar ik voelde dat dit het goede moment was. Ik heb onderweg mijn hoofd leeg proberen te maken. Ongeveer halverwege stond ik in een pension onder de douche toen ik de sirene hoorde. Ik dacht: die klinkt dus overal hetzelfde. Door de melkglazen ruiten zag ik brandweermensen: he, die hebben zelfs hetzelfde uniform als wij. Even later stonden mijn twee dochters in mijn brandweerkleding voor mijn neus, met de collega’s van het corps van Chaam. Dat was zo geweldig…

Ik wil nog steeds graag mensen en dieren blijven helpen, klaarstaan voor een ander. Dat blijf ik doen zolang als ik dat fysiek kan. Want er is een hele zware keuring, waarbij bijvoorbeeld geen rekening wordt gehouden met individuele eigenschappen. Dus iemand van 55 kilo moet net zo veel tillen als iemand van 90 kilo, terwijl dat in de praktijk natuurlijk niet voorkomt. Ik denk dat die zware keuring ervoor zorgt dat mensen gaan stoppen, dat is heel erg want daarmee verdwijnt ook hun ervaring. Een tijdje terug ben ik uitgenodigd door minister Grapperhaus om onder andere hierover te praten. Tot mijn verrassing was ook onze koning daarbij. Hij kende mijn verhaal, was ontzettend meelevend en belangstellend. Heel bijzonder hoor, ik voelde dat hij echt om ons gaf. Dat vond ik toch wel een hoogtepunt!

Het verlies van Dominique is wel een omslagpunt geweest. We kiezen er nu heel bewust voor om iets moois te maken van het leven dat over is. We hebben een deel van onze grond verhuurd, wilden niet meer altijd alleen maar hard werken. We hebben een camper gekocht en gaan er vaker op uit, genieten van het moment. Ik heb geleerd de mooie dingen te zien, kijk ook met meer aandacht om me heen. De glans is er misschien van af, maar het leven is nog steeds de moeite waard.’