maart 2020

Wie is jouw Held van Breda?

Foto vanTwitter ronaldomroepbrabant

Bij het Amphia ziekenhuis werd een groot spandoek opgehangen door NAC-supporters. Het medisch personeel is niet bij ons aangemeld, maar ook zonder nominatie is dit voor de hand liggend. Het zijn toppers en voorbeelden.

En er zijn meer (groepen) mensen die van alles op onbaatzuchtige wijze doen. Van sommigen is het minder opvallend of logisch wat ze doen. Enkelen beginnen net, anderen zijn al jaren bezig. Voor een aanmelding maakt dat allemaal niet uit. Ons selectieteam maakt in goed overleg de afwegingen en kijkt naar een evenwichtige verdeling over verschillende activiteiten. 

Wij willen graag weten wie jij nomineert. Mochten er interessante meldingen tussen zitten voor de Bredase Vredesprijs, dan geven wij die aan hen door!

Naar aanmelden 

‘Helden van Breda’ nieuwe lifestyle

In het Amphia werd een speciaal ontworpen lichtprojectie van Hugo van Driel vertoond op het plafond bij de hoofdingang. Foto: Annet Niemantsverdriet (werkzaam op de IC).

Het Coronavirus heeft ons leven in korte tijd compleet op z’n kop gezet. Sommigen zijn ziek of hebben familie of vrienden op de IC liggen, anderen worden economisch geraakt.  Ook op sociaal gebied moeten we ons aanpassen. Medisch personeel loopt een gezondheidsrisico. En nee, dat is niet iets waarvoor ze ooit hebben gekozen. Knap dat ze het volhouden (en natuurlijk geweldig bedankt)!

In de toekomst brengt dit misschien blijvende veranderingen met zich mee. De aanleiding is verschrikkelijk, maar er zijn misschien ook positieve kanten. Als het afstandsonderwijs blijft is het lerarentekort een stuk kleiner en afstandswerken vermindert in één klap zowel de files als de stikstofcrisis.  

Op het gebied van waarden en lifestyle is er al een ommekeer merkbaar. Daar waar we in het pre-Coronatijdperk veel bewondering hadden voor mensen die qua geld en positie aan de top stonden, kijken we nu op tegen de mensen die ons beter maken. Bejubelden we eerder onze sporthelden, nu krijgen mensen in de vitale beroepen een pluim, of meer, applaus, bloemen en gebak.

Wij van Helden van Breda zijn blij met alle aandacht voor de dappere daden en extra inzet, of het nu medisch personeel is, of allerlei vrijwilligers die het leven verlichten van de getroffen medemens.
Opeens blijkt de term Helden van Breda overal op te duiken, en wat meer is: hij wordt gebruikt voor nieuwe voorbeelden. Zooooo willen wij ook zijn!

Wij wensen iedereen heel veel sterkte!

Maart: ‘Solidair zijn is onze leidraad’

Dick en Marianne de Lange. Tekst en fotografie: Joyce van Zijl-Lak.

In de maand maart staan Dick en Marianne de Lange in de spotlights. Ze willen absoluut geen helden genoemd worden want voor hen is alles wat ze doen en gedaan hebben volkomen normaal. In hun visie zou solidariteit en voor elkaar zorgen de leidraad moeten zijn in het leven.

Vanuit hun werkzame leven hebben ze veel ervaring opgedaan in organiseren. Naast hun werk hadden ze diverse bestuursfuncties en zetten zij zich in voor de oecumene in Breda. Dick kwam in contact met Jan Hopman. Toen Vluchtbed moest stoppen, zocht hij een nieuwe plek voor ongedocumenteerde vluchtelingen. Bovendien zag Jan toen al de problemen in Syrië en voorzag hij een grote stroom nieuwe vluchtelingen die hulp nodig zouden hebben. Samen stonden ze aan de wieg van het Mondiaal Centrum Breda (MCB), dat in april 5 jaar bestaat. Ook Marianne speelt een rol in het Mondiaal Centrum. Zij startte daar samen met Sazan Melko het Maatjesproject op, dat onlangs nog werd genomineerd voor een Appeltje van Oranje.

Marianne vertelt over het ontstaan daarvan. ‘Dick werd in 1999 ernstig ziek, ik was toen nog directeur van de opleiding tot verpleegkundige. Daar ben ik gestopt om voor hem te zorgen. Toen het beter ging, wilde ik iets doen want ik vond het zonde om mijn capaciteiten niet te gebruiken. Zo ben ik de coördinatie gaan doen van het taalproject “Taal aan Huis” in de Hoge Vucht. Vrouwen bezochten buitenlandse vrouwen die zelden uit huis kwamen om hen zo de taal te leren.
Daar ontmoette ik Sazan, een Koerdische vluchteling die aan de Sociale Academie studeerde en bij mij stage liep. Dat klikte enorm goed, zij is een hele slimme vrouw en een enorme doorzetter. Bovendien sprak zij Koerdisch en Arabisch en kende zij de cultuur goed. Dus toen het MCB opende, zijn wij daar samen het Maatjesproject begonnen. Hierin wordt een vluchteling gekoppeld aan een Nederlander om integratie te bevorderen.
Bestuurslid Bram Heringa kreeg voor elkaar dat de Protestants Kerk dit project lang heeft gefinancierd. Vanuit dit Maatjesproject volgden initiatieven als een kookclub en fiets- en conversatielessen. Later kwam er een Naald- en Draadgroep voor vrouwen van de vluchtelingen bij. Heel veel mensen gingen mee doen. Ik wil vooral ook Florentine Lockefeer noemen die enorm veel doet en heeft gedaan.’

Dick herinnert zich de aanloop naar de opening van het MCB als een hectische, maar mooie tijd. ‘Ik geloof dat geld goede bedoelingen volgt, je moet gewoon gaan doen en dan komt dat vanzelf. Zo hebben wij het zeker ervaren bij onze start. We mochten en mogen nog steeds het klooster gebruiken en de Broeders zorgen voor het onderhoud. Geweldig! We kregen in de aanloop een berichtje van een bejaardenhuis voor nonnen dat dicht ging en mochten de inventaris ophalen. En zo konden we van start.’

Dick en Marianne hebben naast het MCB heel veel andere waardevolle bijdragen aan de maatschappij geleverd, ‘Noblesse oblige’, zoals Dick dat noemt. ‘Als je bepaalde capaciteiten hebt en je bent in de positie om een ander te helpen, dan moet je dat gewoon doen. Vanuit je geweten en de overtuiging dat je dingen die op je pad komen niet moet ontlopen maar op moet rapen. Mensen die in een moeilijke fase van hun leven zitten help je gewoon, we kunnen niet anders.‘

Beiden hebben zich ook sterk ingezet voor de oecumene in Breda. ‘Wij zijn van het samenwerken, van het verbinden. Protestant of katholiek, het maakt niet uit, je doet gewoon wat goed is. Zo zijn we met “Dubbelop” gestart, een sociale maaltijd waarbij ook een verhaal werd verteld. Dat werd betaald door zowel de katholieke als de protestantse kerk. Bisschop Muskens en plebaan Anton Kamps waren daar ook heel enthousiast over, alles kon in die tijd. Iedereen was welkom, de Antoniuskathedraal werd letterlijk een huis voor velen. Toen de opvolger van ‘de Mus’ kwam werd het anders. Bisschop van de Hende vond die samenwerking niks, stopte de oecumenische samenwerking. Dat was echt een desillusie, zoveel vreugde en plezier voor de oecumenische gemeenschap was ineens allemaal weg.’

Nadat Dick een paar jaar geleden opnieuw ernstig ziek werd, moest hij met veel zaken stoppen, ook bij het MCB. Marianne is inmiddels eveneens aan het afbouwen. Maar zij blijven positief. ‘We zijn heel hoopvol als we zien hoe de jeugd weer de straat op gaat voor het klimaat, voor hun idealen. De zorgen omdat er iets fout dreigt te gaan met de wereld leiden weer tot activisme. We hebben maar één aarde, we moeten het samen redden. We moeten de hoop niet verliezen en naar de lange termijn kijken. Onze geschiedenis kennen en het overzicht houden. Er is zoveel bereikt! Kijk naar hoe we nu omgaan met homoseksualiteit, transgenders, er is zoveel meer geaccepteerd dan vijftig jaar geleden. Wij hebben een basis gelegd, we hopen dat jongeren het nu over gaan nemen!’

Leerlingen Mencia ontmoeten helden

Op het Mencia de Mendoza zijn we bezig om een project rond helden van Breda in elkaar te zetten. Het uitgangspunt is dat leerlingen in contact komen met een Bredase held, en hierdoor geïnspireerd raken.

Op het moment van schrijven staat alles nog in de steigers, maar de bedoeling is dat we op redelijk korte termijn aan de slag kunnen. Leerlingen zullen zich een aantal lessen bezighouden met het thema ‘Helden’. Na een oriëntatie op wat nou precies een held is en welke criteria er voor een held gelden, gaan ze ontdekken dat in de nabije omgeving van leerlingen echte helden te vinden zijn.

Na een echte of virtuele ontmoeting met een of meer van de Bredase Helden volgen er projecten bij verschillende vakken waarin ze de ontmoeting verwerken. Dit kan bijvoorbeeld een drama-opdracht, poëzie-opdracht of tekenopdracht zijn.

Het project wordt ondersteund en mede vormgegeven door de onderwijskundige afdeling van de Nederlandse Defensie Academie.

Nora Kasrioui moest veel overwinnen om te komen waar ze nu is.

‘Brood en Rozen komt voort uit mijn eigen verhaal, mijn eigen pijn. Ik kom uit een achterstandsituatie, onderwijs was voor mij heel belangrijk. Het heeft me bewust gemaakt van mijn mogelijkheden, de omstandigheden hebben van mij een feminist gemaakt. Ik geloof dat je pijn kunt omzetten in kracht, opgeven is voor mij geen optie geweest al was het soms nog zo moeilijk. 

Door Joyce van Zijl – Foto: Else Loof

Omdat het mij gelukt is wil ik andere vrouwen helpen om dat ook te bereiken. Het begrip ‘ bijstandsmoeder’ heeft vaak een nare bijklank, mensen in de bijstand worden veel te vaak neergezet als lui, als profiteur. Terwijl het gewoon een recht is! Ik denk dat het voor veel vrouwen heel belangrijk is dat ze dankzij het recht op bijstand een keuze hebben kunnen maken door bijv. uit een slecht huwelijk te stappen. Maar het is ook zo dat iemand die langdurig in de bijstand zit van alles uit handen genomen wordt. Je kunt, mag en hoeft soms ook niets meer zelf te doen. Dat geeft verlies aan eigenwaarde, aan regie. Ons programma is er op gericht om dit om te keren, om vrouwen weer te leren wat ze wél kunnen, om hun gevoel van eigenwaarde en zelfrespect weer op te bouwen. Zo helpen wij de vrouwen om hun leven weer in eigen hand te nemen.

Vrouwen die hier starten moeten eerst hun rugzak leegmaken en hun oude pijn, hun oude rotzooi opruimen. Uit een eventuele slachtofferrol stappen. Pas dan komt er ruimte voor iets nieuws. We werken heel resultaatgericht, ik wil dat de vrouwen hun doelen bereiken. Door top-vrouwen workshops en cursussen te laten geven komen ze ook in aanraking met een heel andere wereld, ze zien dat zij ook gewoon mensen zijn met hun ups en downs in het leven. Het is best een pittig programma, onze vrouwen moeten diep in hun ziel willen kijken, naar wie ze echt zijn. Dat valt niet mee, want veel vrouwen zijn toch in een meer dienende rol terecht gekomen en zijn dat zicht een beetje kwijtgeraakt. Dus die negen maanden, met drie dagen lessen, workshops, gesprekken, debatten enz. zijn echt hard werken, het is niet voor niets de duur van een zwangerschap!

Het mooie is dat de mannen en vrouwen die meewerken aan ons project de vrouwen dit ook gunnen, zij willen de vrouwen kennis laten maken met hun netwerken. Zo brengen we twee verschillende werelden bij elkaar . Ik heb er bewust voor gekozen om de lessen en workshops door vrouwen te laten geven, deze topvrouwen zijn echte leiders, ze vormen ook een rolmodel voor onze vrouwen. Ze laten ook zien hoe je je staande kunt houden in een werkomgeving met (meer) mannen. En ik heb ook bewust gekozen voor een informeel sollicitatiegesprek met een top-man.  Want ik vind dat we het samen moeten doen, mannen zijn bovendien nog steeds vaak degene die beslissen over de toegang tot arbeid. Ik vind het heel mooi dat er zoveel topmannen zijn die hieraan mee willen werken, die ook over verschillen heen stappen. Wij doen niet aan polariseren, wij brengen verschillende werelden samen, het gaat niet om de ego’s of persoonlijke belangen maar om het samen.

Het is een hoop werk, ik ben er het hele jaar mee bezig. Toen ik startte had ik vaak nul financiering, inmiddels blijkt ons project te werken en krijgen we ondersteuning van gemeente en sponsoren. Maar het is een ontzettend lange weg geweest, als ik nu terugkijk snap ik eigenlijk niet dat ik tot hier gekomen ben. Ik ben nu 39, als ik terugkijk vind ik dat ik al wel heel veel heb overbrugd voor 1 leven! Want ik kan onrecht gewoon niet accepteren, mensen zouden veel vaker naar overeenkomsten moeten kijken in plaats van naar verschillen. De huidige polarisatie vind ik beangstigend, maar we kunnen daar elk op onze eigen manier ook een verschil maken. Dat kan in je werk, maar zeker ook daarbuiten. Elkaar durven leren kennen, ook al is de situatie van waaruit je komt nog zo verschillend : als je echt durft te kijken naar een ander zie je dat de overeenkomsten veel groter zijn. Ik werk vanuit liefde voor de mens, vanuit mildheid, harmonie en zie dat het ook op die manier kan, dat er meer mensen zijn die dat zo willen. Ook mensen bij wie je dat op het eerste gezicht niet zou denken, of dat nu de vrouw in de bijstand is of de man aan de top van een bedrijf….’