Addie van der Zande is vrijwilliger bij StiB, het steunpunt voor mantelzorg in Breda. Zij heeft ervoor gekozen om mantelzorgers te ondersteunen die zorgen voor een naaste die terminaal ziek is.
Tekst en foto: Joyce van Zijl-Lak
Na haar werkzame leven als medisch analiste, maatschappelijk werker en GGD-medewerkster, wist ze zeker dat ze stervensbegeleiding wilde doen. Ze volgde de training die vanuit StiB in samenwerking met het Hospice Breda gegeven werd. Al snel voelde ze dat ze zich toch vooral wilde inzetten voor de mantelzorgers en maakte ze de keuze om niet in het hospice maar in de thuissituatie te gaan ondersteunen.
‘In de periode dat ik de opleiding tot maatschappelijk werker volgde, vond de politiek dat de verzorgingsstaat zijn langste tijd had gehad en dat deze vervangen moest worden door de zogenaamde “zorgzame samenleving”. Ik zag dat dat heel vaak betekende dat vooral vrouwen hun betaalde baan (deels) opgaven om voor een naaste te kunnen zorgen. Dat stak me ontzettend, ik heb toen ook de mantelzorg als onderwerp voor mijn afstudeerscriptie gekozen. Het is dus een onderwerp dat me al heel lang na aan het hart ligt.
Ik heb, met mijn familie, voor mijn vader gezorgd in zijn laatste jaren. En aan den lijve ondervonden hoe het erin sluipt: je vergeet gewoon voor jezelf te zorgen. Pas later merk je hoe zwaar dat is geweest. Zeker als het om partners gaat, blijkt het ongelofelijk lastig te zijn om een soort van balans te vinden, een eigen stukje leven te bewaken. Alles staat in het teken van de zieke en dat is ook wat de mantelzorger zelf wil: tot het uiterste zorgen voor die ander. Ik vind het dan ook echt geweldig dat er een organisatie is als StiB, waar beroepskrachten en vrijwilligers zich samen inzetten voor onder andere deze groep mensen. De consulenten van StiB (ook vrijwilligers) bekijken samen met de zorgvragers welke hulp nodig is en koppelen deze daarna aan een vrijwilliger. Mijn consulent is Marianne en ik heb enorm veel steun aan haar. Zij is echt de spin in het web, mijn collega-vrijwilligers en ik kunnen altijd bij haar terecht. Ze zet zich enorm in, eigenlijk vind ik dat zij de held in dit verhaal is! Het is voor mij heel belangrijk om bij Marianne terecht te kunnen, want natuurlijk zijn er soms ook lastige situaties.
De coördinatoren van StiB zijn betaalde krachten. Zij zorgen voor bijscholingen, er is teamoverleg, intervisie – het is een hele fijne, warme organisatie. Marianne en ik werken allebei bij de VPTZ (vrijwilligers palliatieve terminale zorg), een van de verschillende groepen binnen StiB. Er zijn ook andere groepen waar mantelzorgers worden ondersteund, bijvoorbeeld in de zorg voor mensen met dementie. Mensen weten vaak niet wat StiB voor ze kan betekenen, dat was ook de reden om mee te werken aan dit artikel. Ik hoop zo dat mantelzorgers wat beter de weg weten te vinden naar ondersteuning die ze heel hard nodig hebben.
Ik weet dus vooraf dat ik in een situatie kom waarin iemand terminaal ziek is. Hoe lang dat duurt valt nooit te voorspellen, soms ben ik er een paar weken, soms duurt het veel langer. Ik word meestal op één adres ingezet, bij uitzondering wel eens bij twee. Hoe vaak ik er kom hangt ook af van de situatie, als het nodig is (zeker naar het einde toe) dan ga ik ook wel twee keer per week. Ik pas mijn agenda aan de zorgvrager, want ik hoop een bijdrage te kunnen leveren aan een bijzondere laatste periode. Ik heb bij het afscheid van mijn vader ervaren hoe belangrijk het is dat tijd hebben gehad om samen te praten, om fijne dingen te doen en niet alleen maar te zorgen. Het is echt heel bijzonder dat je als vreemde wordt toegelaten in zo’n situatie, men laat zijn of haar geliefde partner of familielid tenslotte achter bij mij. Daarom is het belangrijk dat het klikt, de mensenkennis die Marianne heeft, gebruikt zij om in te schatten of vrijwilliger en zorgvrager bij elkaar passen.
Het komt voor dat ik echt heel erg betrokken raak bij een situatie. Zo ga ik nu elke week naar een jong koppel, Astrid en Gerrit. Gerrit is terminaal ziek en raakt steeds verder fysiek beperkt. We kwamen daar met vier vrijwilligers, zodat zij ook twee dagen per week kon blijven werken. Maar sinds de corona-uitbraak is ze thuis en zorgt ze 24 uur per dag voor hem. De vrijwilligers en ook alle andere hulpverleners (fysio, thuiszorg e.d.) kwamen niet meer, omdat iedereen heel voorzichtig was. Maar dat betekende voor haar wel dat ze het allemaal alleen moest doen en langzaam maar zeker echt uitgeput raakte. In die periode konden we alleen telefonisch contact hebben of videobellen. Dat was echt lastig, want ik wilde zo graag meer kunnen doen.
Gelukkig kan ik er sinds een paar weken weer naar toe, ze vonden het allebei heel spannend om weer anderen in hun “bubbel” toe te laten. Het gaat gelukkig goed en op korte termijn zullen ook de andere vrijwilligers weer ingeschakeld worden. Astrid heeft het zó nodig om heel af en toe even wat tijd voor zichzelf te hebben, ik heb immens veel bewondering voor haar. Ze doet echt alles om er voor Gerrit te zijn. Het is voor allebei een hele moeilijke tijd, zeker ook door de coronacrisis die hen in een isolement heeft gebracht. Het is heel erg bijzonder als je samen met zulke jonge mensen praat over de dood en hen bijvoorbeeld kan helpen bij praktische voorbereidingen daarop. Daarom doe ik echt graag een stapje extra, ik weet ook zeker dat ik straks, als Gerrit er niet meer is, nog een tijdje contact zal houden met Astrid. Het is heel bijzonder dat mensen je zo dichtbij laten komen, dat ze je vertrouwen in de moeilijkste periode van hun leven. Dat maakt het echt heel fijn om te doen. Ik hoop (en heb dat al vaak ervaren) dat ze met steun van de vrijwilligers van StiB straks met een goed gevoel op die laatste periode kunnen terugkijken.’
Geïnspireerd geraakt door Addie? Op de website van StiB (www.stib-breda.nl) staan alle vacatures voor vrijwilligers.