Dat kinderen zonder ontbijt naar school gaan kon ik niet goed hebben.
Wie: Reginald Berretty (69)
Beroep: Opstarten en reorganisaties van bedrijven in financiële dienstverlening; eigen onderneming
Vrijwilligerswerk: Opzetten en voorzitter van Jeugdontbijt Breda initiatief (JOBi)
Sinds: 2021
Uren per week: In de aanloop meer dan 60 uur, nu 3 dagen per week
Wat houdt je vrijwilligersbaan precies in?
“We hebben een heel eenvoudige visie; ieder kind moet gelijke kansen hebben en zich kunnen ontwikkelen tot wat hij of zij wil. Een kind dat met honger naar school gaat, kan niet goed leren en heeft geen gelijke kansen. Concreet betekent het dus: zonder honger naar school.
Aanvankelijk begon ik met het voeren van gesprekken met de gemeente en allerlei organisaties en maakte ik een analyse van de honger onder kinderen in Breda. Daarna zette ik JOBi op met als partners de basisscholen, het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn (IMW) en de Jumbo Heksenwiel. Vervolgens beschreef ik de belangrijkste verschillende bijbehorende rollen: wat doet iemand van de administratie, financiële ondersteuning, fondsenwerving; hoe houd je intakes en evaluatiegesprekken etc.
‘Inmiddels zijn er 68 vrijwilligers, die bij vierhonderd kinderen wekelijks een ontbijtpakket thuisbrengen.’
We zijn begonnen met twee vrijwilligers, drie scholen en acht kinderen met een ontbijtpakket. Inmiddels zijn er 68 vrijwilligers, die bij vierhonderd kinderen, leerlingen van 44 scholen, wekelijks een ontbijtpakket thuisbrengen. We hebben een bestuur en een raad van advies. Ik ben voorzitter en ik draag de eindverantwoordelijkheid. Het is míj́n taak om mensen met elkaar te verbinden. Samen maken we het verschil voor de toekomst van deze kinderen.
Ontbijt voor één euro per dag
Alleen leerlingen van basisscholen in Breda komen in aanmerking. Er zijn zeven weekmenu’s: iedere zeven weken herhalen we dat. Een weekmenu bestaat uit vijf tot zeven producten, goed voor zeven gezonde ontbijtjes.
Destijds hebben we deze menu’s samengesteld in overleg met JOGG: Jongeren op Gezond Gewicht. De globale kosten zijn €1 per dag per kind. Dat is €365 per kind per jaar. Daar hebben we sponsors voor nodig. De jaarbegroting op dit moment is bijna drie ton. Met sommige donateurs maken we meerjarenafspraken maar er zijn ook donateurs met eenmalige sponsoracties. En inmiddels hebben we ook subsidie van de gemeente en via het programma Schoolmaaltijden van OCW. Wij zouden niet onder de criteria vallen, want we bezorgen de ontbijtjes thuis. En niet op scholen, zoals dat wordt gevraagd. Toch hebben we het voor elkaar gekregen; het bestuur van de INOS-scholen in Breda heeft een belangrijke rol gespeeld.
Bij JOBi kijken we niet naar inkomen of vermogen. Als ouders kinderen aanmelden, hebben we er vertrouwen in dat dat klopt.
‘Toch hebben we het voor elkaar gekregen’
400 kinderen
Onze eerste doelstelling was om te groeien naar vijftig en dan naar honderd. In 2024 wilden we tweehonderd basisschoolleerlingen dagelijks voorzien van een gezond ontbijt, ook in het weekend. Na een jaar, in oktober 2023, zaten we al aan driehonderd kinderen. Dat ging niet werken.
De driepoot is kinderen, vrijwilligers en financiën. Dat moet in evenwicht blijven, bij een disbalans valt de stichting om. We zeiden: ‘Laten we een tijdelijke pauze inlassen voor nieuwe aanmeldingen.’ Daarna zijn we een half jaar bezig geweest om vrijwilligers te vinden die ontbijtboxen thuisbrengen en ter ondersteuning van de organisatie. In april, mei zijn we weer opengegaan. Ook dat soort problemen oplossen hoort bij mijn taak als voorzitter.

Zonder stigmatisering
Er zijn drie uitgangspunten: geen of weinig risico op stigmatiseren, geen voedselverspilling en geen werkdrukverhoging van de leerkrachten. De directie van een school moet sowieso kinderarmoede bespreekbaar maken onder personeel en leerkrachten horen armoede te signaleren. Dat is nauwelijks een verzwaring, het hoort bij de kerntaken. IMW coördineert en begeleidt vrijwilligers. Jumbo stelt hun locatie beschikbaar om ontbijtboxen in te pakken en we maken gebruik van hun plastic boxen.
‘Onze vrijwilligers zijn heel divers,
van 21 tot ver over de zeventig.’
De pakketten brengen we bij de kinderen thuis, zodat er geen stigmatisering is. Iedere dinsdag pakken zes á zeven vrijwilligers de boxen in tussen negen en half twaalf. Dan komen de bezorgers. We hebben nu 26 routes met ieder zo’n zeven adressen, maximaal tien kilometer en maximaal een uur rijden. Vaak leveren ze meerdere boxen af op een adres.
Onze vrijwilligers zijn heel divers, van 21 jaar tot ver over de zeventig, van ervaringsdeskundigen tot mensen die het echt heel goed hebben. En iedereen werkt met dezelfde passie.
Toch niet hier, in Nederland?
Ik kwam ooit een meisje tegen, die ik aankeek en die heel doffe ogen had. Ik vroeg haar moeder wat er aan de hand was. ‘Ze heeft nog niet gegeten’, zei die. Het was rond een uur ’s middags; ik dacht dat het om de lunch ging. Maar dat meisje had nog niet ontbeten.
Daar werd ik heel verdrietig van. ‘Dit kan echt niet’, zei ik letterlijk. ‘Toch niet hier, in Nederland.’ Het werd een impactmoment dat de rest van mijn leven zou beïnvloeden. Ik maakte mezelf een belofte: als ik ooit in de gelegenheid ben er iets aan te doen, ga ik dat doen.
Ik was net bezig mijn belang in een onderneming te verkopen, dus ik had nog even andere prioriteiten. Maar in 2020 stopte ik met werken en verhuisde ik naar Breda. Breda beviel ons. Bovendien heeft onze dochter een Bredase vriend.
In 2021 en 2022 begon ik met het praten met heel veel organisaties, vooral om te kijken of het probleem van kinderarmoede en zonder ontbijt naar school gaan ook echt bestond in Breda. Scholen, maatschappelijke organisaties. Op basis van die informatie heb ik een plan geschreven. Dat heb ik uitgevoerd.
Zo’n plan schrijven bestaat uit een missie, visie, doelstellingen, middelen en die dingen uitwerken. Dat is mijn werk geweest. Je moet een analyse maken: hoe groot is een probleem? Als je dat op orde hebt, dan ga je aan de oplossingen werken. Je structureert dat zodanig dat je in een bepaalde periode een oplossing kunt bieden.
Kinderhonger is niet op te lossen. In Breda kunnen we dat misschien, met behulp van anderen. Voor de doelgroep die we hebben. En dan blijft de rest nog over, buiten de scholen, buiten Breda.
‘Je moet een analyse maken:
hoe groot is een probleem?’
Het mooie is dat ik in alle gesprekken heel veel mensen tegenkwam die een rol konden spelen. De eerste vrijwilligers kwamen via IMW, een voor inpakken en een voor thuisbezorgen. Ik heb ze uitgelegd wat de bedoeling was. Via de drie scholen hebben ouders zich aangemeld bij JOBi. Dat ging via de website en wij zetten de gegevens in een Excelfile. We pakten acht ontbijtboxen in op een tafel van een bij twee meter. Peter, vrijwilliger van het eerste uur en ik brachten ze samen rond.
Later vulden we boxen die in grote stapels op de grond stonden. We liepen daar met grote rolwagens voorbij. Inmiddels hebben we een rollerband, waarop de mandjes voorbij rollen die we dan vanuit die rolcontainers achter ons vullen. Dat is beter voor onze ruggen.

Belofte aan mezelf
Ik ben gewend analyses te maken, oplossingen te bedenken en doelstellingen in kleine hapklare brokken om te zetten. Als je dat goed doet, haal je je doelstellingen. Het verschil is dat ik hier niet voor wordt betaald. Maar ik voel wel dezelfde verantwoordelijkheid. Het prettige is dat ik nu kinderen kan helpen die er niets aan kunnen doen dat ze in die situaties zitten.
Ik voel een drive om dit te realiseren. Ik heb dan een gevoel van: yesss, dat kúnnen. We kunnen een commitment geven voor de komende jaren.
Dat moment van toen, dat gevoel van ‘dit kán toch niet’, en die belofte aan mezelf, die ben ik aan het inlossen. Het is heel klein, ik zit hier niet om de wereld te redden. Maar met dat ontbijt voelen kinderen zich gezien. Als die kinderen merken dat anderen naar hen omkijken, dan denk ik dat ze op basis van die ervaringen dat ze later ook anderen gaan helpen. En voor mezelf ben ik heel blij als ik zie hoe kinderen uiteindelijk reageren.
‘Ik kan kinderen helpen die er niets
aan kunnen doen dat ze in die
situaties zitten.’
Eerst doen ze dat niet, hoor. Kinderen doen in eerste instantie vaak heel voorzichtig de deur open. Maar na een paar weken verandert dat. Ze maken de liefste tekeningen voor de vrijwilligers met teksten erop als: ‘ik vind de eten erg lekker’ en ‘ik vind jou lief’ en dat soort dingen. Dan denk ik: hiervoor doe ik het.
Het inlossen van de belofte gaat nog wel door. Er moet structuur zijn, en voldoende professionaliteit. Maar het liefst heb ik dat deze organisatie niet meer nodig is! Liever besta ‘ik’ als JOBi niet! Zolang het nodig is werk ik eraan!


Tegenslagen overwinnen
Als je een organisaties bouwt en je groeit zoals wij groeiden, dan moet je af en toe stil staan bij efficiëntie. Als je groeit van acht naar dertig pakketten, naar honderd en naar vierhonderd, moet je allerlei noodzakelijke processen veranderen.
Zo we hebben bijvoorbeeld een CRM-systeem (Customer Relationship Management) aangeschaft. Dat betekent dat we niet langer meer alles met de hand hoeven in te vullen. Vanuit het aanmeldformulier op de site worden alle namen worden automatisch in dat systeem ingevoerd. Daarvoor moesten we ook onze website aanpassen.
We hebben inmiddels ook een financieel systeem. Iedere maand kunnen we exact zien hoeveel kinderen we hebben geholpen, wat we hebben uitgegeven, hoe we er financieel voor staan.
Van onze inkomsten besteden we 95 procent aan kinderhulp. De rest zijn onvermijdelijke kosten als Microsoft of andere noodzakelijke abonnementen.
‘Als je dat beseft, en als je je werkelijk
geroepen voelt, ben je ook in staat om tijd vrij
te maken.’
Oplossingen zoeken
Iets anders is fondsenwerving. We gaan naar een meerjarenbudget van negen ton. De huidige structuur wordt voor zestig procent gefund vanuit subsidie gemeente en schoolmaaltijden. De andere veertig procent zijn donaties in geld en sponsorships: organisaties die iets organiseren waarvan de opbrengt naar JOBi gaat. Sommige bedrijven committeren zich bijvoorbeeld voor drie kinderen per jaar. Of ze adopteren drie routes en zorgen voor drie chauffeurs.
Het zijn allemaal problemen die je tegenkomt en waarvoor ik een oplossing zoek. Je moet dan natuurlijk doorgaan. Uiteraard.
Naast de JOBi doe ik andere dingen. Ik help ondernemers bij de verdere groei van hun onderneming. Sinds kort ben ik opa. Mijn tijd is niet oneindig en ik moet dus keuzes maken. Het coachen van die ondernemers heeft dan de laagste prioriteit. In die zin moet ik op enig moment iets inleveren. Maar zo voelt het niet.
Wat brengt het je?
Ik heb veel geleerd de afgelopen twee jaar, bijvoorbeeld dat ik niet te snel een oordeel moet hebben. Er zit altijd een verhaal achter.
‘Ik heb ook moeten leren dat dingen
soms niet zijn wat ze lijken’
Tips voor anderen
Ik voel me als onderdeel van de gemeenschap ook verantwoordelijk voor het welzijn van die gemeenschap. Je hoeft daarvoor ook niet bovengemiddeld welvarend zijn, want je kunt met mindere middelen net zo goed iets realiseren. Luister naar de verhalen van andere vrijwilligers. Eerst zijn kinderen argwanend en voorzichtig. Na een tijdje komen de kinderen naar buiten als je aanbelt, openen ze zich. Wij voelen de impact persoonlijk van wat het doet met kinderen. Als je dat ervaart, word je ook vrijwilliger!
Als een ouder vertelt dat hun kind meer initiatief vertoont, tevredenen is en het beter doet op school, en je kunt als vrijwilliger een klein rolletje spelen, dan is dat fijn. Als je dat beseft, en als je je werkelijk geroepen voelt, ben je ook in staat om tijd vrij te maken.”
Website Jeugd Ontbijt Breda
https://jeugdontbijtbreda.nl/
