Korte verhalen

Reda komt al jaren op voor Palestijnen

Wie: Reda Aitihda (41)
Beroep: Docent Internationale schakelklas voor (alleenstaande) minderjarige vreemdelingen (AMV’ers). Opgeleid als filmend journalist
Vrijwilligerswerk: Organiseert activiteiten voor bewustwording van het onrecht in Palestina en voor hulp aan Palestijnen
Sinds: 2014
Uren per week: 4

Wat houdt je vrijwilligerswerk precies in?
“Ik maak en monteer films over de Palestijnen in de bezette gebieden en ik zamel geld in voor medische hulp ter plaatse. Ook organiseer ik samen met anderen voorlichtingsbijeenkomsten en help ik bij manifestaties en demonstraties.
Met Hart voor Palestina, een groepje bezorgde Bredase burgers van allerlei gezindte, help ik bij voorlichtingsbijeenkomsten met allerlei sprekers. Ook Een Ander Joods Geluid neemt deel. Voor de kosten zamelen we geld in en wat over is gaat naar hulp in Gaza. Ik zie dat die voorlichting, awareness, hard nodig is. Er komen nog steeds te weinig witte Nederlanders op onze bijeenkomsten af. Het gaat de goede kant op; mensen willen meer informatie en stellen zich kritischer op. Dat is hard nodig om uiteindelijk een einde te maken aan dit onrecht. In Zuid-Afrika werd apartheid ook niet van de ene op de andere dag afgeschaft.

Hoe ben je erin gerold?
Ik ben geboren en getogen in Breda, mijn ouders komen uit Marokko. Thuis stond naast het Nederlandse nieuws ook Al Jazeera aan. Daar zag ik beelden en verhalen over Gaza en de Westbank die bij de NOS niet te zien waren. Ik was daar enorm van onder de indruk en ik voelde verdriet, onmacht en frustratie. Ik trok me het lot van de Palestijnen erg aan en dat is zo gebleven.
In 2000 werd de twaalfjarige Mohammed al Dorra bij Gaza in koelen bloede doodgeschoten, in de armen van zijn vader. Dat werd gefilmd door een Franse journalist. Ik zag dat op tv en vond het verschrikkelijk en enorm onrechtvaardig. Tegelijk voelde ik me machteloos. In de jaren daarna wilde iets ondernemen tegen dit onrecht. Maar ik was bang om voor antisemiet te worden uitgemaakt, terwijl het daar natuurlijk niets mee te maken had en heeft. Daarom durfde ik me niet echt uit te spreken.
In 2014 werd Gaza weer eens zwaar gebombardeerd en vielen er grote aantallen onschuldige slachtoffers. Ik moest toen wel opstaan. Samen met andere bezorgde Bredanaars organiseerde ik voor het eerst een demonstratie en protestmars in Breda.
In dezelfde periode werden op het strand van Gaza vier voetballende Palestijnse jongens, allemaal van dezelfde familie Bakr, vanuit zee vermoord (Ahed (9), Zakaria (10), Mohammed (11) en Ismail (9)). Ik besloot geld in te zamelen om bij diezelfde plek een voetbalveld te bouwen, genoemd naar die jongens; ieder kind heeft toch het recht om te spelen. Een soort Johan Cruyff court. Ik heb toen sympathisanten om me heen verzameld en organiseerde een groot voetbaltoernooi waar we geld inzamelden. Ik zocht contact met Islamic Relief, een grote internationale hulporganisatie die overigens ook door Israël is erkend. Zij weten het beste de weg voor hulp aan en in Gaza. Het werd een groot succes, er waren teams uit Amsterdam en zelfs uit Parijs. Islamic Relief maakte me duidelijk dat een voetbalveld een mooi idee was, maar dat andere zaken nog veel harder nodig waren. Uiteindelijk hebben we daarom het geld besteed aan basale gezondheidszorg in Gaza.
Sindsdien ben ik steeds actief gebleven. Er is zoveel te doen.

WeIke eigenschappen heb je hiervoor nodig?
Ik voel me sterk maatschappelijk betrokken en kan absoluut niet tegen onderdrukking en onrechtvaardigheid. En ik steek mijn handen graag uit de mouwen.

Wat kost het je? Waarom onbetaald werk?
Het kost me natuurlijk tijd en energie. En ook geld, want als we bijvoorbeeld geld inzamelen voor een evenement, dekt dat niet altijd de kosten. Dan doe ik ook letterlijk wat duiten in het zakje.
Ik doe dit werk omdat het keihard nodig is. Ik zie het als mijn menselijke plicht om tegen het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan op te staan. Dat zou iedereen moeten doen. En dat heeft niets te maken met het van de onderdrukkers of de onderdrukten.

Wat brengt het je? Wat zijn leuke ervaringen?
Ik doe mijn best om aan de juiste kant van de geschiedenis te staan. Ik wil niet wegkijken en kan door mijn inzet trouw aan mezelf zijn.
Ik ben opgeleid als filmend journalist. Als vrijwilliger filmde ik in 2015 Syrische vluchtelingen in Libanon. Ik heb in een vluchtelingenkamp Hollandse pannenkoeken gebakken met de kinderen daar. We deden allemaal spelletjes en bezorgden ze een onvergetelijke dag. Ze hadden verder niks en dit was echt een feestje voor ze, iets waar ik nog vaak aan terugdenk.
Voor stichting Kifaia van Anja Meulenbelt maakte ik in 2017, ook als vrijwilliger, een film. Die ging over de Palestinian Medical Relief Society (PMRS), een hulpverleningsorganisatie in de bezette gebieden. Ik was de enige met een Arabische naam in het gezelschap en mocht Gaza niet in. Wel kon ik werken op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem. Toen ik de Al Aqsa moskee kon bezoeken en daar kon bidden ging een langgekoesterde droom in vervulling.

Welke tips heb je voor anderen?
De onderdrukking en ellende van de Palestijnen die ik ook met eigen ogen heb gezien gaan door merg en been. Ik schaam me ervoor dat de wereld erbij staat te kijken en niet ingrijpt. Waarom lijkt Israël boven internationale wetgeving en VN-resoluties te staan? Ook dat nu, tijdens de oorlog, in kerken wordt opgeroepen tot steun aan Israël vind ik onbegrijpelijk en verdrietig. En daarbij wonen er ook nog eens tienduizenden christenen in Gaza. Je hoeft echt geen moslim te zijn om voor Palestijnen op te komen. En opstaan voor Palestijnen betekent niet dat je tegen joden bent. Iedereen zou moeten opstaan tegen onderdrukking, waar en door wie dan ook. “

Gerard van der Heijden is ambassadeur Brandveilig Leven Breda

Wie: Gerard van der Heijden (72)
Beroep: Electrotechnicus
Vrijwilligerswerk: Ambassadeur Brandveilig Leven Breda, Organisator Buiten Gewoon Goed (BGG) seniorenwandelgroep
Sinds: 2015 resp. 2013
Uren per week: 1 á 2 uren, resp. 5 uren

Wat houdt je vrijwilligersbaan precies in?
Elke veiligheidsregio moet zelf een brandpreventieprogramma en -organisatie hebben. Ieder doet dat op z’n eigen manier. Er zijn verschillen tussen de aanpak van de verschillende regio’s, maar we hebben wel contact en leren van elkaar. In Breda zijn er tien Ambassadeurs Brandveilig Leven, zes mannen, vier vrouwen. We zijn afkomstig uit allerlei sectoren van de samenleving. Zelf was ik elektrotechnicus en had ik de nodige ervaring met brandmeldinstallaties. We hebben oud brandweerlieden, mensen uit de verzekeringswereld, iemand met bouwkundige achtergrond, van alles.
We hebben als doel om de kennis en het bewustzijn rond brandpreventie in Breda te verbeteren. En dan vooral onder kwetsbare groepen zoals (alleenstaande) ouderen, studenten en verminderd redzame personen. We hebben drie pijlers: voorkomen van brand, ontdekken van brand en het vluchten voor brand. We hebben het ook over brandblussers, maar als een brand groter is dan een prullenbak moet je gewoon wegwezen en het aan de brandweer overlaten.
We leggen huisbezoeken af en lopen dan met een checklist brandveiligheid door de woning. We geven dan aan welke risico’s er zijn en adviseren over het oplossen daarvan. Dat is geheel kosteloos. En of de adviezen worden opgevolgd, wordt niet gecontroleerd. Wel weten we dat het bewust zijn van brandrisico’s een goede aanzet is tot het nemen van maatregelen. We doen dat bij particulieren, maar ook wel bij verenigingen en clubs. Vaak gaat het om simpele zaken: oppassen met kaarsen, de meterkast moet goed bereikbaar zijn, zijn en je moet niet naar een sleutel hoeven zoeken als je snel je voordeur uit moet, in het donker. En je moet je rookmelders regelmatig testen, bijvoorbeeld eens per maand, als de landelijke sirene gaat.

Ook geven we presentaties aan scholen, bijvoorbeeld in het introductieprogramma van AVANS en BUAS. Studenten weten als ze op kamers gaan vaak ook nog niet zoveel over brandpreventie. De risico’s van warme adapters en laders van mobieltjes en laptops zijn voor hun vaak een eye opener. En ook vrije vluchtwegen zijn niet vanzelfsprekend.

Als buurtpreventie in een Bredase wijk een programma organiseert dan zijn wij daarbij, samen met mensen van de AED’s, cybercrime en anderen. We geven dan een presentatie en daarna komen er altijd wel aanvragen voor een bezoek thuis. Die aanmeldingen komen binnen bij de gemeente en wij regelen dan verder de bezoeken. Brandpreventie is natuurlijk hartstikke belangrijk voor iedereen en niet iedereen kent ons. Maar we hebben een beperkt aantal vrijwilligers en moeten echt meer capaciteit hebben als we onze bekendheid nog actiever gaan vergroten. Nu kunnen we de vraag aan.

Hoe ben je erin gerold?
In het jaar dat ik met pensioen ging, overleed mijn vrouw. Ik kon kiezen tussen de geraniums of iets zinvols doen. Ik heb voor dat laatste gekozen. Ik wilde graag mijn kennis en ervaring delen. Ik had als elektrotechnicus brandmeldinstallaties ontworpen, geplaatst en gecontroleerd. Toen in 2015 de gemeente vrijwilligers brandpreventie zocht heb ik mij aangemeld. Met een paar begeleiders en een enthousiaste groep van vijftien vrijwilligers hebben we toen de organisatie opgezet die er nog steeds is. We hadden samen heel wat kennis in huis en in recordtijd hadden we de organisatie op orde. En na een opleiding bij de brandweer begonnen we met huisbezoeken en presentaties.
Welke eigenschappen heb je hiervoor nodig?

Het is handig als je enig gevoel hebt voor techniek. En je moet weten waar je de kennis kunt halen als je die zelf niet hebt. Je moet geduld hebben en met mensen kunnen omgaan. Alleenstaande ouderen hebben bijvoorbeeld nogal eens behoefte aan een praatje voordat je aan de inspectie toekomt. We hebben wel eens vrijwilligers gehad die wel wilden, maar niet konden opbrengen wat nodig was. Daar hebben we afscheid van moeten nemen.

Wat kost het je?
Afgezien van een beetje tijd kost het me helemaal niets. Ik doe het omdat ik het nuttig en leuk vind.

Wat brengt het je?
Het is fijn om de ervaring die je in je leven hebt opgebouwd in te kunnen zetten en over te kunnen brengen. Het is belangrijk werk.

Eigenlijk is iedereen altijd blij met ons bezoek; ze vragen er zelf om, het kost niks en het gaat om iets belangrijks. Soms treffen we situaties aan die direct moeten worden aangepakt, zoals het ontbreken van luchtafvoer boven een geiser of totaal geblokkeerde vluchtwegen. Gelukkig nemen de mensen onze adviezen serieus en nemen ze maatregelen. We hebben als ambassadeurs, zes mannen en vier vrouwen, veel plezier in ons werk. Ik blijf dit doen tot ik niet meer kan.”

Welke tips heb je voor anderen?
Loop allemaal eens kritisch door je huis heen met een oog voor brandpreventie. Je kunt dat doen met een checklist die op de site van de brandweer is te vinden. Controleer bijvoorbeeld ook vluchtwegen en kijk hoe snel je die kunt gebruiken in het donker. Als je kleinkinderen hebt kun je daar samen met hun een spelletje van maken.

Ingrid Kooyman biedt luisterend oor voor kankerpatiënten en familie

Ingrid Kooyman

Wie: Ingrid Kooyman (72)
Beroep: Maatschappelijk werkster in een ziekenhuis (tot 1985)
Vrijwilligerswerk: Gastvrouw bij De Honingraad, gespreksleider, werkgroep Open dag
Sinds: 2006
Uren per week: ca 10 uur

Wat houdt je vrijwilligersbaan precies in?
Mensen met kanker of hun familieleden lopen hier binnen, ze willen hun verhaal kwijt, willen informatie of lotgenotencontact. Ik geef ze, net als de andere gastvrouwen en -heren, een kopje koffie en we wijzen op de mogelijkheden van onze instelling.
Daarnaast zijn er ook jongeren die thuis te maken hebben met kanker, een moeilijke groep. Ze kunnen veel voor elkaar betekenen. In een kwetsbare periode van hun leven vertrouwen ze je zo dat ze alles delen. Dat geeft mij energie. Pubers komen beter in het leven te staan. Als ze negatief binnen komen, dan hebben ze na een tijdje bijvoorbeeld geleerd te kijken naar wat ze wel hebben en niet naar wat ze verloren zijn.

Hoe ben je erin gerold?
Op m’n 23e voelde ik voor het eerst een knobbeltje in mijn borst, een voorstadium van kanker. Het is weggehaald. Dit heeft zich zes keer herhaald. Ik leefde van controle naar controle. Op m’n 55e zijn er uiteindelijk twee borsten weggehaald. ‘Mogen we je als experiment gebruiken? Dan doen we gelijk een borstreconstructie’, vroegen de artsen me.
Het was een zwaar traject. Ik had een warme omgeving. Iedereen stemde zijn programma op mij af. De maanden daarna realiseerde ik me dat niet iedereen zo omarmd wordt. Ik dacht opeens: zou ik niet eens iets gaan betekenen voor mensen in dezelfde situatie. Zo ben ik erin gestapt.
Ze wilden graag dat ik ‘helemaal beschikbaar’ was, geen ballast meer had. In februari 2006 ben ik geopereerd, in november was ik zover. Voor mij was dat jaar ook een jaar van negatief naar positief.

Waarin verschilt dit van je gewone werk?
Ik werkte ten tijde van mijn borstoperatie al niet meer, ik ben gestopt toen ik kinderen (1985 en 1986) kreeg.
Ik weet nu niet wie er binnen komt, dus je moet aanvoelen en improviseren. Ik heb sociale academie gedaan en had ervaring, dat gaf me het gevoel dat ik goed zou kunnen functioneren. Betaald werk was veel intenser, ik begeleidde mensen soms jarenlang en was soms geïntegreerd in het gezin. En ik stond 24 uur aan, niet slechts een dagdeel. Zo was mijn werk meer dan een fulltimebaan.
De laatste jaren werkte ik op de afdeling kindercardiologie. Het is zeer intens om een jong kind te verliezen. “Wil je goed voor papa en mama zorgen?”, vroeg een kind me eens voor ze werd geopereerd.
Bij De Honingraad is het andersom: hier zijn er kinderen die ouders verliezen of ouders die kinderen achterlaten. Ik geef mensen soms mijn 06 nummer. Een puber kan een ruzie krijgen met een zieke ouder, die wil even iets ventileren. Ze moeten me kunnen bellen, en daar maken ze nooit misbruik van.
Op dit moment is er geen jongerengroep meer; we zouden dat wel willen. In de coronatijd is het opgedroogd. Individuele verwijzingen komen nu soms via de huisarts of via de decaan van school. Die kunnen altijd terecht, maar een volledige groep is er nog niet.
Met sommigen van de eerdere groep houd ik nog wel contact. Soms hebben jongeren al lang weer hun normale leven hebben opgepakt en gebeurt er iets verschrikkelijks in hun leven, een ongeluk bijvoorbeeld, of de andere ouder die overlijdt. Als ze dan juist met mij contact zoeken, dan ben ik er voor hen. Dan kan dat misschien ongelegen komen, maar sommige dingen gaan nu eenmaal voor.

Welke eigenschappen heb je hiervoor nodig?
Open staan, onbevooroordeeld zijn, kunnen luisteren en de goede vragen stellen. Ik kan ook niet aanzien dat er met iemand iets aan de hand is.
Mensen, en zeker pubers, zijn zo ongefilterd, ze zeggen van alles. Je moet daartegen kunnen; ik vind dat heerlijk!

Wat kost het je?
Vrijwilligerswerk kost tijd, maar als ik iets opzij moet zetten, dan gaat het meestal om iets leuks. Dat perk ik dus bewust in. Dat voelt niet als iets heftigs, het is dus niet erg. Als ik moet kiezen, dan hoort De Honingraad er gewoon bij.
Als mij wordt gevraagd om op te passen op de kleinkinderen en er gebeurt iets met een van de cliënten, dan gaat dat voor. Dan bel ik naar mijn dochters; soms springt mijn man in. De dochters begrijpen dat. De hele familie moet meebewegen, ze weten dat dit belangrijk voor me. Dinsdags plannen ze me ook niet in.
Verder ben ik wel eens lamgeslagen door de verhalen van mensen. Maar het zwaarst vind ik mensen die je leegzuigen. Dat gebeurt ongemerkt. Ze hebben dan zo’n negatief verhaal en na een poosje denk je dan: klopt dit wel. Bijvoorbeeld de omgeving de schuld geven, of niet verder willen komen met hun proces. Ik ga me dan onrustig voelen.
We hebben psychotherapeuten, voor de cliënten, maar ook voor onszelf. Ze geven advies of zeggen: stuur maar door. En soms verwijs ik zelf naar hun huisarts.

Waarom onbetaald werk?
Zowel vanuit m’n beroep als vanuit mijn karakter kan ik mensen op hun gemak stellen. Ook in het dagelijks leven komen mensen soms op me af om te vragen of ‘we kunnen praten’. Soms geef ik alleen maar aan dat ik iets heb gehoord, of heb gezien – dat kan al een gesprek opleveren. Ik weet dat ik mensen zo op hun gemak kan stellen, dat mensen hun verhaal aan mij kunnen vertellen. Op die manier voel ik me nuttig, ik draag bij aan iets. Dat is belangrijk voor me.
Iedereen doet het overigens op zijn eigen manier. Dus hoe een ander het doet, is ook vast goed. Als het niet klikt dan lossen we dat anders op. We proberen wel te zorgen dat iemand terugkomt en zeggen dat er op iedere dag andere mensen zijn.
Wie zich aanmeldt als vrijwilliger, krijgt vanuit IPSO een paar keer een cursus; we hebben ook interventiebijeenkomsten of lezingen. Ook met collega’s overleggen we vaak: we zitten met minimaal twee personen.

Wat brengt het je?
Deze job of taak geeft me energie, omdat mensen me vertrouwen en dingen willen delen. Ik ga dan toch blij naar huis want ik heb het idee dat ik iets heb bijgedragen aan het welbevinden van mensen. Het is een stuk zingeving, ik wil niet alleen maar ‘leuke’ dingen doen. Daar word ik zelf niet gelukkig van. Het gaat dus om een stuk gevoel.

Verder zie je mensen in een desolate toestand binnenkomen en na verloop van tijd dat ze meer zin in het leven krijgen. Ze beleven meer positieve momenten in hun leven. Dat is zeg maar het resultaat.

Wat is je leukste ervaring?
De jongerengroep kwamen als giechelende groep binnen en dat werd een hechte open groep, die allerlei ervaringen deelden. Ze gingen beter functioneren.
Een eindexamenkandidaat had te maken met een moeder die kanker kreeg. Ze wilde haar scriptie schrijven over een borstreconstructie. Ik heb haar in contact gebracht met diverse vrouwen en medici. Ze kreeg een tien voor haar scriptie, zelfs het ziekenhuis deed er iets mee. Dat is een mooi voorbeeld van hoe iets negatiefs in iets positiefs verandert.
Studenten van Avans lopen stage voor Communicatie. Ze weten niet goed wat ze komen doen, maar aan het eind van hun tijd weten ze dat precies, en zien in wat een inloophuis voor mensen met kanker betekent. Dat zijn allemaal voorbeelden van hoe dingen een positieve draai krijgen hier.

Welke tips heb je voor anderen?
Als je bij De Honingraad wilt starten moet je feeling hebben voor mensen op hun gemak stellen en je moet het voor mensen draagbaarder kunnen en willen maken. Dat kan als gastvrouw of als activiteitenbegeleider. Kom eens een keer binnen wandelen, stel vragen, luister naar de vrijwliigers waarom ze dit zo graag doen.

Ook al denk je dat iets niet bij je past, je zult verbaast zijn hoe vrijwilligerswerk je op een positieve manier beïnvloedt. Het maakt niet uit in wat voor situatie je zit. Leuke dingen zijn leuk, en zijn ook nodig, maar wil je daar je hele leven mee vullen? Contact met mensen brengt je zo veel!! Ik word er in lk geval en leuker mens door!

Corline en Lenard Schouten: ‘We delen vanuit liefde én we willen graag inspireren’

Corline (32) en Lenard (33) Schouten kennen elkaar zestien jaar, zijn getrouwd en wonen met hun zonen in Hoge Vucht. Corline is woonbegeleider bij het Leger des Heils. Beiden zijn betrokken bij de Mattheuskerk, Corline als buurtpastor, Lenard als voorganger. Ook zijn ze actief voor de vrijwilligersorganisatie Hart voor Breda Noord. Lenard is een van de mede-oprichters.

Ze realiseren zich dat ze veel ontvangen hebben. Door te delen zien ze mensen groeien. Een mooi voorbeeld is de jaarlijkse Buurtcamping.

Effe de boel de boel
Lenard: ‘We zijn best druk met ons werk vrijwilligerswerk, wat vaak in elkaar overloopt. Corline is betrokken bij de organisatie van de vrouwenochtend. En ze helpt vluchtelingen met maatschappelijke vragen. Onze deur staat altijd open. Soms is het goed om even volledige aandacht voor elkaar te hebben. Dan trekken we er met de tent op uit. Dingen doen waar we anders geen tijd voor hebben. Dat is genieten. Veel wijkbewoners hebben minder geluk. Vanwege problemen of door minder kansen. Vaak ook moeite om de touwtjes aan elkaar te knopen. Vakantie is meestal niet vanzelfsprekend. Dat zette ons aan het denken. Het campinggevoel, de sfeer die wij zo waarderen, gunnen we iedereen. We bedachten dat het vet zou zijn om dat voor die groep bewoners te organiseren. Campinglife ergens in de wijk. Met een gezamenlijk ontbijt, campingspelletjes, verrassende ontmoetingen en een kampvuur. Effe de boel de boel, weg van de dagelijkse sores.’

Buurtcamping
‘In 2019 zou de eerste Buurtcamping zijn’, vertelt Corline. ‘Het plan was een relaxt weekend, georganiseerd voor, door en in de buurt. Maar de gemeente trapte hard op de rem, vooral vanwege de veiligheid. Dat dwong ons creatief te denken. We maakten er een campingdag van. Die was leuk en gezellig. Maar het plan om in de zomervakantie écht met de buurt te kamperen bleef hangen. Lenard: ‘In 2020 gooide corona roet in het eten. Maar het jaar erna was de eerste Buurtcamping in Hoge Vucht een feit. Drie dagen was het terrein van voetbalvereniging Advendo omgetoverd. De hele buurt was welkom. Alle aanwezigen droegen iets bij. De bezoekers proefden, hoorden, leerden en genoten van elkaars cultuur. Er ontstonden nieuwe vriendschappen en verbindingen. Prachtig om mee te maken!’

Het zit niet altijd mee
Corline en Lenard zeggen bijna in koor: ‘Echt te gek, dit vakantiefeest. Er waren veel bezoekers. De een kwam een uurtje, een ander bleef het hele weekend.’ Lenard rekent uit dat hij per week ongeveer tien uur aan vrijwilligerswerk besteedt. Corline kan er geen slag naar slaan. Ze vertelt: ‘Het is niet in tijd of geld uit te drukken. Iedere glimlach vinden we goud’. Lenard vult aan: ‘Dat kinderen naar je toe komen en zeggen dat ze op vakantie zijn, dan smelt ik. Maar, eerlijk is eerlijk, omdat we willen dat het gratis is, kost het veel tijd…vrijwilligers, subsidies en vergunningen regelen, sponsoren zoeken, activiteiten bedenken. Soms krijg je stank voor dank. Na een ruzie tussen kinderen bijvoorbeeld, als ouders kwaad verhaal bij ons komen halen. Dat vind ik wel frustrerend.’ ‘En vergeet ook de campingdip niet!’, besluit Corline. ‘Want als de laatste gasten de camping verlaten, is er nog best een hoop te regelen.’

Dit jaar is de Buurtcamping in Hoge Vucht van 14 tot en met 16 juli. Meer weten? Kijk dan op buurtcampingbreda.nl

Held Iris Blom – ‘We zijn allemaal voorouders’

Iris Blom (51) is één van de vier Bredase klimaatburgemeesters. Daarnaast is zij ambassadeur voor Breda Stad in een Park én struikrover in de regio West-Brabant. 

Tekst en foto: Albert Bienefelt

Iris strijdt voor de toekomst van onze aarde. Met haar werkzaamheden hoopt ze verandering aan te brengen. En een voorbeeld te zijn voor anderen.

Struikroven
Iris: ’Ik heb vijftien jaar voor de klas gestaan. Daarna ging ik even in het vastgoed werken. Daar leerde ik veel over natuurinclusief bouwen. Al lang denk ik na over de klimaatverandering. Biodiversiteit, klimaatadaptie en circulariteit zijn onderwerpen die me bezighouden. Het gaat natuurlijk slecht met onze aarde. Om te helpen dat te verbeteren, ben ik struikrover geworden. Een aantal uur per week als zzp’er voor de regio West-Brabant, maar ook als vrijwilliger. Struikroven is begonnen als buurtinitiatief in Eindhoven. Intussen wordt het in het hele land gedaan. Planten een tweede leven geven, dat is het hele idee. Onze missie is dat het een vast onderdeel wordt van alle sloop-, nieuwbouw- en renovatieprojecten. Op die locaties halen we met en voor bewoners planten weg. Om ze vervolgens een nieuwe bestemming te geven.

In Breda ben ik de opgeleide struikrover. Naast het stuikroven ben ik ook klimaatburgemeester. In die rol ben ik vooral ambassadeur die mensen aan het denken wil zetten. De werkzaamheden die ik nu doe, ook voor Breda Stad in een Park, lopen mooi in elkaar over.’

Zaadjes planten
’Een struikroofdag is voor iedereen! Wie meedoet, krijgt volwassen planten voor de tuin en er is ontmoeting. We maken er altijd een feest van. Het sociale aspect is de kers op de taart. Er zijn volop plannen om planten te kunnen bewaren. Zo is er intussen een tuinplantenkringloop, waar je gratis planten kunt brengen, ruilen of halen. Ik hoop dat meer hoveniers en makelaars mee gaan doen. Zij hebben ook een maatschappelijke en ecologische verantwoordelijkheid. Opnieuw gebruiken van planten moet net zo normaal worden als spullen naar de kringloop brengen.

Er zijn veel manieren om verandering te realiseren. Ik vind het geweldig als er bewustwording op gang komt. En mensen in beweging komen. Dat zijn zaadjes die worden geplant. Soms klein, vaak ook groot, zoals bijvoorbeeld de successen bij het struikroven.’

We zijn allemaal voorouders
‘Struikroven is meer dan planten weggeven. Het verbindt mensen, biodiversiteit blijft behouden en het is 100% circulair. Iedereen is onderdeel van een groter geheel. We zijn allemaal voorouders. Denk eens na over hoe de wereld er over 20 jaar voor onze (klein)kinderen uit moet zien. Iedereen kan meehelpen! Toch verbaas ik me vaak. Zoveel vliegvakanties, zoveel bergen afval. Er is veel te veel een wegwerpmentaliteit. Daar ben ik bezorgd over. Maar ik zit niet bij de pakken neer. Voor negativisme heb ik geen tijd. Mijn vrijwilligerswerk kost me gemiddeld tien uur per week. Maar het levert veel op. En hopelijk blijft mijn glas altijd meer dan halfvol.’

Meer weten over Struikroven? Kijk dan op struikroven.nu

In de rubriek Held van de Maand zetten we mensen in de
schijnwerpers die zich langdurig onbetaald hebben ingezet.

De ‘Held van de Maand’ vind je ook op BredaVandaag.nl
en in de huis-aan-huiskrant van BredaVandaag.

Lees het artikel over de Held van de Maand
in de digitale krant op BredaVandaag.nl

Ken jij ook held?
Meld deze aan via onderstaande knop

Carla en Beppie: ‘Eigenlijk zijn er te weinig mensen die moeite willen doen voor een ander’

Beppie begeleidt buitenlandse vrouwen met naald en draad en leert ze zo op laagdrempelige manier de Nederlandse taal en helpt bij sociale contacten. Carla begeleidt bewoners in de bed-bad-en-broodregeling en doet incidentele hulpverlening in het buitenland. Beiden organiseren ze activiteiten voor Mondiaal Centrum Breda (MCB).

Tekst en foto: Anita van der Helm

Wie: Beppie van Herp (70) en Carla Marcelissen (53), vrijwilligers Mondiaal Centrum Breda (MCB)
Beroep: Beppie was sociaalpsychiatrisch verpleegkundige en ging in 2019 met pensioen; Carla werkt vier dagen per week als doktersassistente
Vrijwilligerswerk: Beppie: begeleiden naald en draad naast jarenlange mantelzorg voor haar schoonmoeder; Carla: individuele begeleiding van bewoners (bed-bad-en-broodregeling); denktank Mondiaal Centrum Breda (MCB), incidentele hulpverlening in het buitenland. Beiden: activiteiten organiseren voor MCB
Sinds: 2016 en 2015
Uren per week: Beppie ongeveer 4 uur; Carla ca 8 uur plus daarnaast de incidentele reizen en sponsoring

Beppie

Wat houdt je vrijwilligersbaan precies in?
‘Als een nieuwe buitenlandse vrouw zich meldt, laat ik haar de kast met wol en stoffen zien. Met handen en voeten vraag ik haar wat ze wil maken. Van lieverlee leren vrouwen hier op een veilige manier Nederlands praten. Maar het is ook iets van sociale contacten, onder de mensen zijn. Kinderen mogen mee; we hebben een vrijwilligster die ze opvangt.
Zelf vind ik breien, haken en met naald en draad werken leuk. Het is ook fijn om dat met en voor vluchtelingen te doen. Ze zijn soms wel heel anders, willen vooral snel moeilijke dingen doen. Of ze vinden de afwerking niet belangrijk. Terwijl ik ze, als ze niks weten van een naaimachine, vooral eenvoudige dingen wil laten doen.’

Hoe ben je erin gerold?
‘Een jaar of zeven geleden kwamen de Syrische vluchtelingen naar Nederland. Ik wilde wel wat voor ze doen. Bovendien was ik een jaar of 65 en keek ik wat ik zou willen voor als ik met pensioen was.
Op een verjaardag hoorde ik een kennis praten over het Mondiaal Centrum. Ze zat daar in het bestuur en ze vroeg me of ik aanspreekpunt wilde zijn voor de Naald en Draadgroep.
Daarna heb ik die groep helpen opzetten door een flyer te maken en te helpen met verspreiden. We legden ze bij taalscholen, bij de bieb en spraken vrouwen aan. Eerst waren we met een klein clubje, drie vier vrouwen. Later waren we wel met tien en was er een wachtlijst. We stopten tijdens corona, misschien wel twee jaar. Ik onderhield contact via appjes of kaarten. Inmiddels is alles weer opgepakt.
Vanuit daar ben ik me ook gaan inzetten om activiteiten te organiseren als lezingen of andere bijeenkomsten. Momenteel zijn we bezig om te kijken of we op 8 maart, Internationale Vrouwendag, iets kunnen doen. En elk jaar in de Vredesweek doen we ook van alles.’

Waarin verschilt het van je ‘gewone’ werk?
‘De basis is dat je iemand ondersteunt in stapjes maken naar de maatschappij. Daarvoor moet je goed kunnen luisteren. Maar het verschil is dat het hier lekker gezellig mag zijn, graag zelfs.’

Wat kost het je?
‘Mijn schoonmoeder heeft jarenlang verzorging gekregen van mijn man, zijn zuster en mij. We waren er dagelijks: wij vier dagen en zijn zus drie. Vanuit mijn opleiding als verpleegkundige mocht ik zijn moeder gewoon onder de douche zetten.
De laatste twee jaar zijn erg intensief geweest. Je kunt eigenlijk niet goed weg, dan moet er vervanging zijn. Op die manier was het soms een gepuzzel om de agenda rond te krijgen, juist omdat ik niet steeds weg wilde zijn op de woensdagmiddagen bij het MCB; k vind het contact met die vrouwen belangrijk. Mijn man heeft weleens gevraagd of ik “nu alwéer naar het MCB moest”. Je tijd om samen te relaxen wordt minder.’

Wat brengt het je?
‘Het is fijn als je vrijwilligerswerk dicht ligt bij wat je leuk vindt. De kinderen die meekomen, zie je opgroeien. En de taal van de buitenlandse vrouwen gaat vooruit. Als we na enkele jaren soms afscheid nemen, gewoon, omdat ze weer andere dingen gaan doen, zie je wat er ondertussen allemaal is veranderd en vooruit is gegaan. Dat geeft veel voldoening.’

Welke tips heb je voor anderen?
‘Als je van je hobby je vrijwilligerswerk kan maken, kost het je weinig. Terwijl het veel oplevert. We hebben hier trouwens nog mensen nodig voor de kinderopvang. Dus als je je het leuk vindt om met kleine kinderen om te gaan …’

Aanmelden als vrijwilliger? mondiaalcentrumbreda.nl/ondersteunen/


Carla

Wat houdt je vrijwilligersbaan precies in?
‘Sommige uitgeprocedeerden vallen in de bed-bad-en-broodregeling. Ze krijgen hier onderdak. Het kan ook gaan om asielzoekers die nog niet zijn uitgeprocedeerd, maar die via het COA geen onderdak krijgen. Vaak zijn dat ongedocumenteerden.
Eens per drie weken is er een overleg. Vanwege mijn werk als doktersassistente krijg ik nogal eens te maken met medische vragen. Ik ben geen arts maar ik kan wel wat advies geven.
Voor de denktank ben ik gevraagd omdat de gemiddelde leeftijd van de bestuurders nogal hoog is. Ik ben de verjonging’, lacht Carla.

Hoe ben je erin gerold?
‘Sazan van het Maatjesproject (een andere Held van Breda, red.) vroeg me te helpen bij het Offerfeest. Van haar hoorde ik over de afgewezen asielzoekers en de ongedocumenteerden.
Er bleken veel regels te zijn, vaak onrechtvaardig. Dan moesten ze bijvoorbeeld binnen zes weken bewijzen wat hun achtergrond was. Maar zoiets kost veel meer tijd. Ik wilde ook voor deze mensen het welzijn dat voor gewone Nederlanders zo vanzelfsprekend is. Eigenlijk heeft ieder mens toch recht op een menswaardig bestaan in een vreedzame samenleving?’

Waarin verschilt het van je ‘gewone’ werk?
‘Hier moet ik veel creatiever zijn voor wat betreft medische zorg. Noodzakelijke zorg wordt geleverd, maar deze mensen zijn verder onverzekerd. Dat betekent soms echt meer moeite doen om een verwijzing te krijgen van een huisarts. Die doet dat niet zomaar. Ik word dan als een pitbull en ga net zo lang door tot die verwijzing er is.
Soms zit het systeem ook zó raar in elkaar. Dan staat iemand op een wachtlijst voor het een of ander en wordt die er na driekwart jaar wachten afgehaald. Reden: we hebben geen Arabischsprekende therapeut. Terwijl de betreffende persoon gewoon Nederlands spreekt. Ook dat soort zaken pak ik op. Je moet hier erg vasthoudend zijn.’

Wat kost het je?
‘Ik heb niet het gevoel dat dit me wat kost, dat ik iets moet inleveren. Het werk voor het MCB doe ik op mijn vrije dag, zodat de andere gezinsleden er weinig last van hebben. Mijn man en drie opgroeiende kinderen hebben niet zoveel op met dit vrijwilligerswerk. En dat is allemaal prima, niet iedereen hoeft zo enthousiast te zijn als ik.
Wat ik wel eens jammer vind, is dat ook mijn verdere omgeving weinig respons geeft. Zo heb ik voor de vlucht naar Oeganda later dit jaar al mijn vrienden en kennissen aangeschreven. Daar kwam geen enkele reactie op en dat maakt me wel verdrietig. Maar ik laat het wel achter me.’

Wat brengt het je?
‘Er zit een stukje onrecht bij deze mensen; daar wil ik echt voor vechten. Want als ik dat niet doe, worden ze over het hoofd gezien. Eigenlijk zijn er te weinig mensen die moeite willen doen voor een ander.
Ik doe wat ik kan. Dat maakt me blij.
En als ik zie dat er wél een overweldigende reactie is op het rugzakjes klaarmaken voor vluchtelingenkindjes op Lesbos, krijg ik heel warme gevoelens.’

Welke tips heb je voor anderen?
‘Voor mijn reis naar Oeganda zamel ik geld in. Mijn reis- en verblijfskosten betaal ik zelf, maar er wordt ook van alles uitgedeeld door de stichting Hope for Life. Gelukkig zijn er ook andere donateurs.
We kopen lokaal handdoeken en zeep of bijvoorbeeld schoenen en delen dat uit. Verder zet ik me in om vrouwen daar te empoweren door te luisteren en te inventariseren waar ze tegenaan lopen. Samen zoeken we dan naar oplossingen. Dat zijn dingen die dicht bij mezelf liggen.

Serieus, het is fijner om te geven dan te ontvangen. Probeer maar eens of het klopt wat ik zeg en kijk op de website van Hope for Life!’

Voor meer info of donaties: hope-for-life.info

In de rubriek Held van de Maand zetten we mensen in de
schijnwerpers die zich langdurig onbetaald hebben ingezet.

De ‘Held van de Maand’ vind je ook op BredaVandaag.nl
en in de huis-aan-huiskrant van BredaVandaag.

Lees het artikel over de Held van de Maand
in de digitale krant op BredaVandaag.nl

Ken jij ook held?
Meld deze aan via onderstaande knop

Henk van Houten en Ton Hermans hebben een droom: een woonwijk die helemaal zelfvoorzienend is

Ze werken aan een Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Een groep particulieren heeft dan volledige zeggenschap om een aantal woningen te realiseren.
Om dat voor elkaar te krijgen, moet er nog heel wat water door de Rijn stromen. Henk: “Het is een missie. Een klus die veel tijd kost. En waarvoor je heel geduldig moet zijn. Maar, ook iets wat al veel geestelijke rijkdom heeft gebracht!”

Tekst en foto: Albert Bienefelt

Wie: Henk van Houten (66 jaar) en Ton Hermans (56 jaar). Ze kennen elkaar zo’n vier jaar. Met nog twee anderen vormen ze het bestuur van de CPO CFH-Breda. CFH staat voor Charge Free Home, een elektriciteit leverende woning. Een aantal van deze woningen bij elkaar vormt een wijk die meer dan zelfvoorzienend is. Ton is voorzitter, Henk doet de technische zaken. Het bestuur vergadert iedere maand. Soms online, anders bij Henk thuis.
Beroep: Henk is huisman en 28 jaar geleden met pensioen gegaan. Ton coacht jonge mensen bij Avans Hogeschool.
Vrijwilligerswerk: Het bijhouden van allerlei ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen. En uitzoeken wat de effecten daarvan zijn op het milieu en de portemonnee. Maar ook het vinden van gelijkgestemden. Om zo op een betere manier met de aarde om te gaan.
Uren per week: Henk ongeveer zestig uur per week, Ton vier à zes uur per week.

Wat houdt jullie vrijwilligersbaan precies in?
Henk vertelt: “Zie het als een burgerinitiatief. We proberen op een innovatieve manier een groep mensen enthousiast te krijgen om een zelfvoorzienende wijk te bouwen. Of eigenlijk nog een stapje verder. Met woningen die dus evenveel of meer energie opleveren dan dat ze verbruiken. Door ze te voorzien van zonnecollectoren, driedubbel glas, hoge isolatie, een warmte-terug-win-installatie et cetera. Een wijk waar de bewoners naast de ladder en de kruiwagen ook de energievoorziening en de mobiliteit delen. De energie die overblijft, kan worden opgeslagen. Bijvoorbeeld om te gebruiken voor deelauto’s. Als er dan nog steeds energie over is, dan kunnen bewoners uit een naburige wijk daarvan profiteren. Mogelijk zou zelfs een heel dorp vrij van energievraag kunnen zijn. Een mooi voorbeeld is het Traais Energie Collectief in Terheijden. Op allerlei manieren wordt daar duurzame energie opgewekt. De opbrengsten blijven in het dorp. De bewoners zijn eigenaar. ”

Ton vult aan: “Om de plannen te kunnen realiseren, hebben we voldoende deelnemers nodig. Er is genoeg animo. Met vijftig woningen kan het. Maar om echt het verschil te maken zouden meer woningen nodig zijn. Dan hebben we natuurlijk wel bouwgrond nodig, bijvoorbeeld in Teteringen. Het lukt ons maar niet om de juiste mensen van de gemeente Breda te spreken. Op mails komt geen reactie. Het voelt alsof we worden belemmerd. We lichten onze plannen graag toe. Geef ons die kans!”

Hoe ben je erin gerold?
Ton: “Een jaar of vier geleden las ik een verhaal van Henk. Dat maakte me nieuwsgierig. Toen heb ik hem een mail gestuurd. Zo is het contact ontstaan.”
Henk: “Mijn vrijwilligerswerk heeft een lange geschiedenis. In 1994 ben ik gestopt met werken. Ik werd huisvader. Eind dertig was ik. Natuurlijk in goed overleg met mijn vrouw. Zij zorgt nog steeds voor ons inkomen. Dat was in die tijd best bijzonder, een man bij de schoolpoort. Ik ben er eigenlijk ingegroeid als wereldverbeteraar. Dat is best mooi en bevredigend.
De opwarming van de aarde is echt een groter probleem dan veel mensen denken. Al lang geleden las ik berichten over de aardgaswinning in Groningen. Ik zag het misgaan. We moeten door een andere bril naar onze aarde kijken. Ik ben me steeds meer gaan verdiepen in allerlei technieken. Er is zo veel mogelijk! En ik ben een ervaringsdeskundige. Onze energiewoning wekt negenduizend kWh per jaar op. Dat gebruiken we in huis. En dan blijft er nog genoeg over. Daarmee kunnen we achttienduizend kilometer met onze elektrische auto rijden. Mijn kennis en ervaring zet ik graag in!”

Waarin verschilt het van je ‘gewone’ werk?
Ton: “Eigenlijk zie ik veel raakvlakken. Net als in mijn werk vind ik het belangrijk om vooral jongeren bewust te maken. Zij zijn de toekomst. Ik ben ook lid van een lectoraat. Dat is een groep die onderzoekt hoe het huidige economische systeem vervangen kan worden door een betekeniseconomie. Met als resultaat dat het gevoel van geluk en tevredenheid toeneemt. We doen onderzoek naar de transitie op het gebied van onder andere landbouw, productie en ook wonen. Er is nog veel te doen.”
Henk: “Ik werk al een hele tijd niet meer. Als ambassadeur wil ik mensen vooral in de war brengen. Door een spiegel voor te houden. Kijk bewuster naar onderwerpen als circulariteit en duurzaamheid. Met cijfers en uitspraken probeer ik te prikkelen. Focus je op kosten, dan gaat de kwaliteit omlaag, Focus je op kwaliteit, dan gaan de kosten omlaag!”

Wat kost het je?
Ton: “Vasthoudendheid, blijven geloven in een verandering. En tijd. Tijd om te lezen en te vergaderen. En om vergelijkbare initiatieven te bezoeken. Omdat ik nog fulltime werk, lukt het niet om er meer mee bezig te zijn. Bij Henk is dat wel anders. Hij staat ermee op en gaat ermee naar bed.”
Henk vult aan: “Gelukkig krijg ik alle ruimte van mijn vrouw. Ik doe het huishouden, zij werkt nog volledig. Als ik mijn vrijwilligersuren zou klokken, kwam ik wel aan de zestig!”. Ik lees enorm veel, probeer alle ontwikkelingen bij te houden. Alle nieuwe technieken probeer ik te begrijpen en te delen. Als bestuur doen we ons uiterste best om een CPO in Breda voor elkaar te krijgen. Het is frustrerend dat dit nog steeds niet lukt.”

Wat brengt het je?
Ton: “Het geeft veel inzichten. Super om met gelijkgestemden na te denken over de toekomst van de aarde. En te kijken wat ik daar zelf in kan betekenen. Dat we een doorstroom naar een aantal bewust energieleverende gebouwen op gang kunnen brengen. Iedere nieuwe woning is er weer eentje. Met onze CPO willen we ook specifiek gaan bouwen voor jonge mensen. Het is prachtig als we jongeren op lokaal niveau een handje kunnen helpen. Zo groei ik ook als mens.”
Henk: “Voor mij is het een manier van leven geworden. Met ons eigen huis wil ik anderen overtuigen. Het kan! Mijn taak zit er nog lang niet op. Want uiteindelijk moet iedere woning zelfvoorzienend zijn. Duurzaamheid is mijn grootste hobby. Als ik nog tijd over heb, speel ik een partijtje golf.”

Welke tips heb je voor anderen?
Ton en Henk zijn eensgezind: “Gewoon beginnen, ook als het iets kleins is. Je kunt impact maken door over je inspanning te vertellen. Zo inspireer je anderen. En zij doen dat op hun beurt ook weer. Dat heeft echt effect. En uiteindelijk is saamhorigheid dé sleutel om te komen van energiearmoede naar energierijkdom!”

Meer weten? Kijk dan op bredacirculair.nl/portfolio-items/chargefreehome/

In de rubriek Held van de Maand zetten we mensen in de
schijnwerpers die zich langdurig onbetaald hebben ingezet.

De ‘Held van de Maand’ vind je ook op BredaVandaag.nl
en in de huis-aan-huiskrant van BredaVandaag.

Lees het artikel over de Held van de Maand
in de digitale krant op BredaVandaag.nl

Ken jij ook held?
Meld deze aan via onderstaande knop

50 uur per week voor konijnen

Nanda Pons (61) zet zich alle dagen van de week met ziel en zaligheid in voor het welzijn van het konijn als huisdier. Ruim vijfendertig vrijwilligers helpen haar. Maar ze kan altijd meer handen gebruiken..

Tekst en foto: Henk Ketelaar

Wie: Nanda Pons-Kalkman
Vrijwilligerswerk: Beheerder Konijnenopvang K’nijn & Ko
Leeftijd: 61 jaar
Sinds: 2012
Uren per week: 40 uur en soms meer 

Waarom heb jij zo’n zwak voor konijnen?
“Op het moment dat mijn 12-jarige dochter haar eerste konijn kreeg , nam mijn belangstelling voor het konijn als huisdier alsmaar toe. Om meer te weten te komen over het gedrag van konijnen ben ik er veel boeken over gaan gelezen. Vanuit die interesse ging ik negen jaar geleden als vrijwilliger/verzorger werken bij de Konijnenopvang ‘Binkies’ in Galder. Drie jaar lang deed ik daar veel praktijkervaring op en daar nam mijn liefde voor konijnen alleen maar toe.”

Hoe ben jij in dit vrijwilligerswerk gerold?
“Konijnen zijn mij lief, daarom ben ik vrijwilligerswerk gaan doen bij het opvangcentrum. Vooral het lot van gedumpte en/of verwaarloosde konijnen gaan mij na aan het hart. Naast het verzorgen en voeden leerde ik veel over het gedrag van konijnen, dat vind ik nog steeds hoogst interessant.

Vanwege privéomstandigheden moest ‘Binkies’ zes jaar geleden de deuren sluiten. Het lot dat zeker de gedumpte konijnen te wachten stond, kon ik maar moeilijk verdragen. Met Janet Hermsen besloot ik een Konijnenopvang in Breda te beginnen. Op onze lange zoektocht naar een geschikte locatie, kwamen we uiteindelijk uit bij scouting Frederik Hendrik in Bavel. Die had het voormalige scoutinggebouw leeg staan. Omdat we er zelfs een winkeltje in konden beginnen, was het voor ons een ideale locatie.

Gelukkig mochten we het gebouwtje huren voor de tijd van tien jaar. We voelen ons daar nog steeds erg mee geholpen. Kort na de sluiting van ‘Binkies’ zijn wij hier met K’nijn & Ko begonnen. Intussen hebben we goede samenwerking met Dierenartsenpraktijk De Roosberg in Bavel. Voor zover dat nog niet is gebeurd, laten we daar de konijnen castreren. Pas dan gaan we over tot herplaatsen. Met dertig andere vrijwilligers zorg ik ervoor dat ze dan gezond en fit zijn. Wilde konijnen nemen we niet op, die gaan naar het opvangcentrum voor inheemse vogels en zoogdieren in Zundert.”

Welke eigenschappen moet je hebben om dit vrijwilligerswerk te kunnen doen?
“Je hoeft geen bijzondere eigenschappen te hebben om konijnenverzorger te zijn. Genegenheid voor konijnen en geduld zijn wel een pre. Daarnaast is het handig enige kennis te hebben over het houden van konijnen. Het zijn groepsdieren, daarom is het bijvoorbeeld niet wenselijk om ze eenzaam in een hok of ren te zetten. Om die reden bieden wij onze konijnen met z’n tweeën ter adoptie aan.

Wat kost het je?
“Het beheren van K’nijn & Ko kost veel mij tijd en energie. Ik ben er de hele week zo’n zes tot zeven uur per dag mee bezig. Het liefst zou ik alle dagen van de week hier willen zijn, maar dat laat mijn fysieke gesteldheid helaas niet toe. Door slim met mijn tijd om te gaan ben ik in staat dit werk vol te houden. Als ik overdag niet hier ben dan doe ik thuis de administratie en andere zaken die van belang zijn voor het opvangcentrum.

Ik noch de andere vrijwilligers worden voor ons werk betaald. Al het gedoneerde geld steken wij in de opvang van konijnen. Het is vooral de Stichting DierenLot die ons financieel in staat stelt dit werk te doen. Zo heeft Dierenlot bijvoorbeeld de helft van onze inventaris betaald. We prijzen ons gelukkig dat we elk jaar weer op een behoorlijke donatie mogen rekenen.”

Wat vind je het leukste werk als konijnenverzorger? 
“Het matchen of koppelen van konijnen tot een stelletje of groep vind ik het leukste. Dan wordt al mijn geduld, kennis van konijnengedrag en observatievermogen op de proef gesteld. En als je later van de adoptiehouder een mail met een foto krijgt hoe goed ze het daar hebben, dan geeft mij dat een heel fijn gevoel. Voor mij is dat de kers op de taart.”

Wat brengt het je?
“Hoewel het mij zoals gezegd veel energie kost, levert mij ook veel energie op. Als de hier aangekomen zieke en/of verwaarloosde konijnen weer gezond en fit voor adoptie de deur uitgaan, dan geeft mij dat een fijn gevoel. Ik ben dan trots en blij dat wij deze dieren vanuit hun misère naar een beter plekje brengen.”    

Heb je nog tips?
“Ja, ten eerste: Wanneer je van een konijn af wilt, zet hem dan niet in het wild uit, dat overleeft een tam konijn namelijk niet. Die zijn gewend te worden gevoerd en hebben nooit geleerd om het juiste voer te vinden. Dat lukt ze zeker niet in de winter, want dan is het voer schaars. Bied hem liever per e-mail voor opvang bij ons aan, dan komt het wel goed.”

Ten tweede: Til een konijn bij voorkeur niet op als je hem knuffelt. Het klinkt raar maar je veroorzaakt onnodige stress bij het konijn. Knuffel hem als hij op zijn poten staat en zich vrij kan bewegen. Op deze manier wordt hij niet in zijn vluchtgedrag belemmerd.”  

Wil je meer weten over de konijnenopvang K’nijn & Ko ga dan naar knijnenko.nl of maak een afspraak: info@knijnenko.nl

In de rubriek Held van de Maand zetten we mensen in de
schijnwerpers die zich langdurig onbetaald hebben ingezet.

De ‘Held van de Maand’ vind je ook op BredaVandaag.nl
en in de huis-aan-huiskrant van BredaVandaag.

Lees het artikel over de Held van de Maand
in de digitale krant op BredaVandaag.nl

Ken jij ook held?
Meld deze aan via onderstaande knop

Anne en Anton Hezemans: “Iedere glimlach is een cadeautje”

Anne en Anton Hezemans doen vrijwilligerswerk in woonzorgcentrum Elisabeth in Breda. Iedere woensdag bezoeken zij bewoners en helpen ze bij activiteiten. Bij bewonersuitstapjes gaan ze ook geregeld mee. Twee keer per maand is er een kerkdienst. Daar verlenen Anne en Anton allerlei hand- en spandiensten. “Vrijwilligerswerk is voor ons feest. Iedere glimlach is een cadeautje.”

Door: Albert Bienefelt

Wie: Anne Hezemans (70) en Anton Hezemans (63). Anne en Anton hebben elkaar op latere leeftijd ontmoet. Ze zijn getrouwd en wonen in Rucphen.
Beroep: Anne was tot haar pensioen verzorgende bij Elisabeth. Anton werkte halve dagen bij de gemeente Rucphen. Hij is vervroegd met pensioen gegaan om vrijwilligerswerk te gaan doen.
Vrijwilligerswerk: Anne en Anton bezoeken sinds 2016 bewoners in Elisabeth, helpen bij activiteiten en uitstapjes en met de kerkdienst twee keer per maand. Anne assisteert de pastoor en is lector; Anton is koster en misdienaar en zorgt verder voor de muziek.
Uren per week: allebei gemiddeld zo’n tien uur per week.

Wat houdt jullie vrijwilligersbaan precies in?
“Op woensdagochtend rijden we vanuit onze woonplaats Rucphen naar Elisabeth in Breda. We starten beiden op dezelfde afdeling en maken een praatje met bewoners. Of we knutselen of puzzelen met ze.”

Anne vertelt: “Om tien uur ga ik naar een andere afdeling. Ik bezoek dan een mevrouw die al 26 jaar op bed ligt. We zijn vriendinnen geworden en hebben het heel erg leuk samen. Haar wereld is wat er op de gang loopt. En wat er op televisie komt of ze op Facebook leest. Daar hebben we het over. Geen moeilijke gesprekken, gewoon gezellig.

Op een gegeven moment werd gevraagd of wij konden helpen bij de kerkdiensten. Die zijn twee keer per maand op vrijdagmiddag. In de loop der jaren hebben we zo’n beetje alles overgenomen. We halen en brengen de mensen die in een rolstoel zitten. En tegen de verwachting in zien we dat het steeds drukker wordt.

Ik ben de lector. En de pastoorsmeid, want de pastoor belt en mailt me over allerlei vragen. De voorbereiding, waaronder de lezing en de voorbeden, kost veel tijd. Ik zoek de liederen uit en zorg dat alles klaar staat voor de dienst. Er zijn ook protestante bewoners. Dus werken we samen met de dominee. Intussen zijn we heel oecumenisch ingesteld. Alles wat met religie te maken heeft, boeit ons.”

Anton vult aan: “Ik ben de koster en misdienaar en zorg voor de geluidsapparatuur. En ik zoek muziek uit die tijdens de communie wordt afgespeeld. Zoals laatst een nummer van de monniken van Solesmes. Prachtig om dan te zien dat een mevrouw dat herkent en meezingt! Sommige mensen praten nauwelijks meer, maar herkennen nog wel de rituelen. Er is ook een collecte. De bewoners van de gesloten afdeling hebben eigenlijk nooit geld bij zich. Dan krijgen ze een muntje uit onze portemonnee. Maar dat geven we niet te vroeg, anders zijn ze het alweer kwijt.”

Anne: “We gaan ook mee met uitstapjes. Het begon met het Ballonfiësta. Burgemeester Peter van der Velden kwam alle bewoners een hand geven. Ze voelden zich herkend en erkend, heel mooi. We hebben veel gelachen tijdens de uitstapjes. Maar het museumbezoek in Amstelveen en Amsterdam was minder leuk. We waren met veertig gasten. Een aantal mensen in een rolstoel, maar ook bewoners die zelfstandig lopen. Die vlogen alle kanten op. Probeer dat maar eens bij elkaar te houden! Gelukkig is alles goed gegaan die dag. Maar we vonden het nogal een zware verantwoording en kwamen redelijk overstuur thuis. De volgende uitstapjes waren er gelukkig meer vrijwilligers. Dan is er ook veel meer contact met de bewoners. Al die blije gezichten, schitterend!”

Anton: “We helpen bij Elisabeth de laatste jaren mee met het versieren tijdens de kerst. Dat wordt georganiseerd door Ad Pirard, ook een vrijwilliger (Ad Pirard was genomineerd voor de Bredase Vredesprijs 2022, red.). Anne en ik zijn dan twee volle dagen bezig met het optuigen van twintig kerstbomen. Het ziet er heel professioneel uit. Bewoners zijn erg dankbaar, die vinden het geweldig. Je voelt de waardering als je die ogen ziet glinsteren.”

Hoe ben je erin gerold?
Anne: “Ik werkte 46 jaar in de zorg, ook bij Elisabeth. Op een gegeven moment, in 2016, werd gevraagd of ik vrijwilligerswerk wilde doen. In het begin was dat wel lastig, want een aantal zorgtaken hoefde ik niet meer te doen. Dat moest ik leren loslaten.

Anton is ook in 2016 begonnen als vrijwilliger. Hij vond dat wel spannend, het was onbekend terrein voor hem. Ik bleef daarom in zijn buurt zodat hij op mij kon terugvallen.
Tussen de middag lunchen we altijd samen. Dan bespreken we kort hoe het is gegaan. En we lachen om de dingen die we meemaken. Zo is er een mevrouw die een beetje verliefd is op Anton. Ze vertelde een keer dat ze hem een kusje had gegeven. Lachen toch!

Toen ik nog werkte, was ik best een kattekop. Ik sprak bijvoorbeeld kinderen van bewoners aan als ze de was kwamen halen. En stiekem wilden wegsneaken. Dan zei ik iets als ‘Kom, ga toch eens even langs je moeder. Al is het maar voor twee minuten’. Want eigenlijk vind ik dat kinderen zich best wat meer met hun ouders in een verzorgings- of verpleeghuis mogen bemoeien.”

Anton: “Soms hebben we het gevoel dat vader of moeder wordt gedumpt. Kinderen hebben het vaak heel druk met werk en ontspanning. Maar wat wij soms zien, echt triest! Onze oproep is: Vergeet je vader of moeder niet!”

Waarin verschilt het van je ‘gewone’ werk?
Anne: “Ik kan nu andere dingen doen dan toen ik werkte. Aan sommige zaken kwam ik in mijn betaalde baan niet toe. Daar moest het snel, snel, snel. Ik kan nu echt aandacht geven. Het vrijwilligerswerk voelt veel meer als ontspanning. Dat vind ik prettig.”

Anton: “Het vrijwilligerswerk geeft me veel voldoening. Het is jammer dat ik dit soort werk niet eerder ontdekt heb. Anders was ik de zorg ingegaan. De vriendelijkheid, het familiegevoel, dat heb ik eigenlijk nooit gekend in mijn werk. En ook dat je zo prettig wordt opgenomen door het personeel. Heel fijn! Je moet wel geduldig en positief zijn, anders werkt het niet.”

Wat kost het je?
Anton heeft zijn parttimebaan opgezegd om onbetaald werk te gaan doen. Hij is vervroegd met pensioen gegaan en heeft salaris ingeleverd. Anne is zeven jaar ouder en Anton deed al vrijwilligerswerk bij Surplus. Daarom was de overstap om te stoppen met werken makkelijk. Op woensdagen gaat de wekker vroeger dan in de tijd dat hij nog werkte. Anton: “We hebben veel tijd en energie. En om nu iedere dag te gaan wandelen of fietsen … Woensdag is daarom onze vrijwilligersdag. Of eigenlijk onze zingevingsdag.”

Wat brengt het je?
Anne: “Toen ik stopte met werken had ik een soort sollicitatiegesprek. Het vrijwilligerswerk op die plek leek me eigenlijk niets. Maar ik ging koffiedrinken in de Westerwiek.
Tegen de mevrouw naast me zei ik: ‘Wat heeft u mooi haar.’ ‘Ja’, zei ze. ‘Mijn broer is met het vliegtuig hierheen gekomen om mijn haar te doen.’ Van dit soort grappige uitspraken word ik blij. Het vrijwilligerswerk brengt me veel.”

Anton: “Ik denk nog vaak terug aan mijn tweede dag als vrijwilliger. Ik mocht de buschauffeur helpen en kreeg het gevoel dat ik echt nodig en nuttig was. Dat was voor mij een heel mooie ervaring.”

Welke tips heb je voor anderen?
Anne: “Als je ook vrijwilliger wil worden, meld je dan aan bij Surplus. Op www.surplus.nl/vrijwilligers vind je meer informatie. De vrijwilligerscoördinatoren voelen vaak goed aan wat bij iemand past. Het aantal uur dat je ter beschikking hebt is niet het belangrijkste. Want een paar uur per jaar kan ook al heel welkom zijn.”

Anton: “Breng je positiviteit over. Even zwaaien, hallo roepen, kennen en gekend worden. Ik noem dat feest. Het zijn stuk voor stuk innerlijke cadeautjes. Iemand die glimlacht, daar wordt iedereen toch blij van!”

 

‘Wat er ook gebeurt, we doen dit samen’

Op 21 september ontving het duo André en Soufiane uit handen van burgemeester Paul Depla de Bredase Vredesprijs. Hoewel Soufiane al eerder tot Held van Breda werd uitgeroepen, is zijn verhaal nooit in de rubriek Held van de Maand (van BredaVandaag) verschenen. Reden om André deze maand aan het woord te laten over de laatste zes jaar, waarin zij samen optrekken.

Door: Anita van der Helm

Wie: André Boersma (51) en Soufiane Elazizi (24), Held van mei 2021
Beroep: supermarktmanager en medewerker kassa; vanaf dit jaar volledig afgekeurd
Vrijwilligerswerk: stichting DoesSouf, daarvoor fondsbeheer van binnengekomen gelden. André: ambassadeur van Het Nationaal Ouderenfonds en Ronald McDonald vakantiepark Valkenburg
Sinds: stichting sinds 2021
Uren per week: André vijf á zes uur per week; Soufiane ongeveer een uur

Wat houdt je vrijwilligersbaan precies in?
‘We hebben enorm veel donaties ontvangen. In 2019 hebben we dertigduizend euro gedoneerd aan de universiteit Nijmegen voor onderzoek naar de zenuwziekte SCA-type 2, een ziekte die erfelijk is en waaraan Soufiane lijdt. Daarnaast realiseerden we enkele bucketlistwensen als een parachutesprong. Vrienden maakten mogelijk dat Soufiane op Hadj naar Mekka is geweest, samen met zijn moeder.
In 2020 hebben we de actie DoesSouf opnieuw leven ingeblazen nadat Soufiane in het programma ‘Je zult het maar hebben’ verscheen. Doordat er ruim 2 ton gedoneerd werd, besloten we een stichting op te zetten. Mensen kunnen voor een ander ‘klein geluk’ aanvragen tot een bedrag van €250,-. Denk aan ouders in de bijstand die naar MonkeyTown mogen met de kinderen, een gehandicapt stel dat een wasdroger kreeg of een basketbalpaal voor jongeren met achterstand. “Ik heb niks nodig”, zei Soufiane. “Ik heb alles al, een goed thuis, de liefde van mijn leven. Het liefst geef ik alles weg.” En dat is de doelstelling van de stichting geworden.
Op dit moment zijn we bezig met een veel groter en duurzamer project: een inclusieve speeltuin. We willen dat Souf’s gedachtengoed blijft voortleven – zijn levensverwachting is erg laag. Gemiddeld blijven patiënten nog vijf jaar leven na de diagnose van hun ziekte. Bij Soufiane is dat gelukkig al zes jaar geleden!
De speeltuin komt in de Hoge Vucht, waar veel gezinnen wonen met een minder sterke maatschappelijke achtergrond. Nadat de gemeente Breda de speeltuin heeft vernieuwd, zal DoesSouf toestellen plaatsen die speciaal voor kinderen met een beperking zijn. Er komt een soort wijkgerichte sociale controle qua leefbaarheid, uitgevoerd door Grote Broer en Zus.
Zo kunnen kinderen met en zonder beperking samen in een tuin spelen en mengen. En tegelijkertijd komt er bij de buurt een sociale plek, waarbij het niet uitmaakt of je vitaal of niet bent.

Hoe ben je erin gerold?
In 2016 werkte Soufiane bij de Albert Heijn op het Valkeniersplein, waar ik toen manager was. Hij kwam bij ons terecht via een werk-leertraject en vulde voor vier dagen per week de schappen van de supermarkt, met daarnaast een dag naar school. Een keer ging hij door zijn rug, en later werd hij vaker ziek. Na diepgaand onderzoek bleek dat hij SCA-type 2 had, iets waaraan zijn vader, zus en ooms al waren overleden. Dat hakte erin, een jongen van achttien die gaat overlijden. Hij kwam bij me en zei: “ Ik kan beter stoppen hier, want je hebt niets meer aan mij”, waarop ik reageerde “Wat wil je nog doen?” Souf wilde zijn moeder trots maken, een diploma halen, en had ook een bucketlist. “Jij blijft bij mij, we gaan dit samen doen”, heb ik direct gezegd. Hij had rond die tijd al een beetje verkering met Veerle, die inmiddels zijn vrouw is. Ik heb hem een vast contract gegeven zodat hij en zijn thuisfront in een later stadium geen financiële zorgen zouden hebben. Nog later heb ik mijn netwerk ingezet. Zodoende heeft een woningcorporatie ze een geüpgrade woning aangeboden.
In eerste instantie kreeg Soufiane veel bekendheid via het TV-programma ‘Je zal het maar hebben’, waardoor er veel donaties werden gedaan. Daarna kwam het programma TV Avondklok van Defano Holwijn op Soufs pad. Humberto Tan heeft er daarna aandacht aan besteed in zijn avondshow – toen is het écht gaan lopen. Dat was allemaal vorig jaar, in februari 2021.
Op zondag zaten we bij Humberto waar Souf in de uitzending al werd gebeld door zijn idool Hakim Ziyech, en op woensdag hadden we al een stichting opgericht dankzij veel belangeloze hulp vanuit het netwerk.
Direct al hebben we ook waarden en normen opgesteld over binnengekomen donaties. Soufiane wordt niet rijker van wat er aan donaties binnenkomt. En we kijken ook van wie we geld aannemen. Commerciële bedrijven mogen geen gewin hebben bij Souf; hij is geen ‘verkooppraatje’. Gebeurt dat toch, dan stuur ik zó een advocaat op ze af. Bedrijven mogen wel altijd schenkingen doen natuurlijk. Als er gratis kleding of schoenen voor Souf ter beschikking werd gesteld, vond hij dat hartstikke leuk!
Een belangrijke taak die ik en passant op me heb genomen, is het bewaken van zijn agenda, zeker nu zijn gezondheid achteruit gaat. We spreken elkaar heel vaak, appen veel. Ik bescherm hem qua tijd en ik houd ook zijn privacy in de gaten.
Van lieverlee groeiden we naar elkaar toe. Soufiane noemt me inmiddels zijn tweede vader. En eigenlijk voelt het voor mij ook zo. Ik heb twee dochters van 27 en 21 jaar; Souf zit daartussen en is de bonus zoon!
Een paar maanden geleden kwamen Veerle en Souf bij me. “Je wordt opa”, vertelden ze me het grote nieuws. En zo voelt het ook. Dat ik veel tijd met hen spendeer, is alleen maar leuk. En daarbij: wat is mijn tijd in relatie tot welke tijd hij (nog) heeft? De dood is voor achterblijvers heel naar. Maar het doet je ook beseffen dat je maximaal moet genieten van wat er nu is.

Waarin verschilt het van je ‘gewone’ werk?
Normaal gesproken voldoe ik aan de verwachtingen: klanten tevreden houden, een bedrijf runnen, medewerkers aansturen. Met vrijwilligerswerk ben ik meer ‘mezelf’. Dat wil zeggen: ik doe wat ik belangrijk vind.
Ik ben opgevoed met het idee dat je deelt. Als ik op straat loop en ik zie iemand in nood, dan vraag ik ook of ik kan helpen. Voorheen ben ik ambassadeur geweest van Het Nationaal Ouderenfonds en Het Ronald McDonald vakantiepark. Daar heb ik ook dagen meegeholpen. In die zin vind ik het ook wel weer vanzelfsprekend om onbetaald werk te doen.
Op dit moment zitten we in een crisis. Veel mensen kijken naar hoe ze hun rekeningen betaald krijgen. Dan is er minder aandacht voor vrijwilligswerk. Terwijl er velen zijn die er precies zo over denken als ik. Het is jammer dat de balans zoekraakt.

Wat kost het je?
Ergens kost het me niks. Andere mensen zeggen dat het bijzonder is wat ik doe, zelf vind ik het normaal. Het kost me ook nooit te veel, niks mooiers dan delen! Of anders gezegd: het levert me meer op dan het kost.
Toch heb ik ook wel eens momenten dat ik denk: nu even niet. Dan bel ik Souf. We kletsen wat, over wat hij meemaakt, gezien heeft. Hij vraagt hoe het met mij gaat. Door zijn ontwapenende gedrag relativeert hij weer veel voor mij. En zo’n gesprek geeft me dan weer energie.
Verder zijn er de terugslagen van Souf. Dat is bijna iedere maand wel hoor. Je schrikt, accepteert het en we vinden wel weer een manier om er iets leuks van te maken. In feite ben ik constant bezig mijn verwachtingen bij te stellen.

Wat brengt het je?
Mijn eigen kinderen voelen zich geïnspireerd door wat ik doe. Wat is er leuker dan hun voorbeeld te zijn? En het geeft me bevrediging. Waarom zijn we op aarde? vraagt iedereen zichzelf wel eens af. Je wilt dan terugkijken op een goed leven.
De leukste momenten vind ik vooral als we iets voor Souf doen wat hem mobieler maakt, waardoor hij uit zijn isolement komt. Eerst was dat een fiets, later een bakfiets en ondertussen kan hij zich alleen verplaatsen in een scootmobiel, de SoufMobiel.
Ook zijn de momenten zoals vorige week, toe we de Bredase Vredesprijs kregen, onbetaalbaar. Het geeft waardering voor wat we doen.

Welke tips heb je voor anderen?
Blijf niet hangen in wat er niet kan, maar kijk wat er wél kan. Souf vond zo’n scootmobiel eigenlijk helemaal niks. Het is een jonge vent, dan wíl je dat niet. Met een beetje creativiteit zorgen we ervoor dat het leuk wordt.
Die scootmobiel hebben we vol stickers geplakt met zijn eigen logo; het is nu de Soufmobiel. Soufiane is dan herkenbaar en dat vindt hij dan wél weer leuk. Op die manier blijft het leven toch vol positieve kanten, zelfs bij een achteruitgang!

Doneren
Wil jij doneren of ‘klein geluk’ aanvragen? Kijk op doessouf.nl

In de rubriek Held van de Maand zetten we mensen in de
schijnwerpers die zich langdurig onbetaald hebben ingezet.

De ‘Held van de Maand’ vind je ook op BredaVandaag.nl
en in de huis-aan-huiskrant van BredaVandaag.

Lees het artikel over de Held van de Maand
in de digitale krant op BredaVandaag.nl

Ken jij ook held?
Meld deze aan via onderstaande knop